Medische verhalen

Stilstaan door hyperactiviteit (januari 2006)

Andrea Heijmans

Waarom sterft de één wel aan een hartaanval en de ander niet? De belangrijkste factor zijn de ritmestoornissen die kunnen ontstaan na het infarct.

 

Eén op de vijf Nederlanders sterft plotseling aan een hartinfarct. Voor ongeveer de helft komt de dood als de spreekwoordelijke dief in de nacht. Nooit merkten ze iets van een hartkwaal en dan, pats boem, een hartaanval als allereerste symptoom.

 

Gelukkig hoeft een infarct niet fataal te zijn. Veel hangt af van de hoeveelheid weefsel die beschadigd raakt. Nog belangrijker, stelt hoogleraar Cardiologie Arthur Wilde, is het wel of niet optreden van hartritmestoornissen. ‘Juist de combinatie infarct plus fibrilleren - het onregelmatig en chaotisch samentrekken van delen van het hart - heeft een zeer slechte prognose. Patiënten die dat overkomt redden het eigenlijk alleen als ze al in het ziekenhuis zijn of onderweg daarheen.’

 

Maar wat bepaalt nu of iemand een fatale ritmestoornis krijgt? ‘Jarenlang is gezocht naar risicofactoren’, aldus cardioloog en electrofysioloog Lukas Dekker. ‘Klein infarct, groot infarct, plek van het infarct, het bleek er allemaal weinig toe te doen. Wij denken nu toch een relevante factor op het spoor te zijn: erfelijke aanleg.’

 

Hartritmestoornissen komen veel voor. ‘Die term verwijst’, aldus Dekker, ‘dan ook naar een scala aan afwijkingen, variërend van onschuldige overslagen tot gevaarlijke ritmeverstoringen. Boezemfibrilleren heeft doorgaans minder ernstige gevolgen dan kamerfibrilleren. De boezem is de bovenste ruimte van het hart - aan de linker- of rechterkant - waarin bloed wordt opgevangen voordat het doorstroomt naar de eronder gelegen ventrikel of kamer. Die pompt het bloed vervolgens verder. Bij boezemfibrilleren krijgen de bovenste ruimten dusdanig veel elektrische prikkels te verwerken dat ze als het ware verlamd raken en stilstaan. Vervelend natuurlijk, maar de kamers functioneren nog wel. Gebeurt echter iets vergelijkbaars in de hartkamers, dan zijn de gevolgen veel ernstiger: de pompfunctie valt weg en de circulatie stokt. Al binnen een minuut kan kamerfibrilleren daarom levensbedreigend zijn.’

 

Dat het AMC samen met andere hartcentra (in Alkmaar, Nijmegen, Breda, Zwolle, Eindhoven en Maastricht) een database wist aan te leggen met gegevens van vierhonderd hartpatiënten met gedocumenteerd kamerfibrilleren, mag dan ook een prestatie van formaat heten. Op basis van dit bestand startte recentelijk een studie naar de achtergronden van ritmestoornissen bij een hartinfarct. Het AMC kreeg daarvoor een beurs van de prestigieuze Leducq Foundation, die de transatlantische samenwerking op cardiovasculair gebied wil bevorderen. In het project participeren ook de Johns Hopkins University in Baltimore, de Vanderbilt University in Nashville en de universiteiten van Miami en Nantes.

 

‘Onze werkhypothese: sommige mensen hebben een genetische predispositie om ritmestoornissen te krijgen’, zegt moleculair geneticus Connie Bezzina. Een veronderstelling die niet uit de lucht komt vallen. Uit eerder onderzoek van de groep van Wilde kwam al naar voren dat erfelijke factoren een belangrijke rol spelen bij plotselinge hartdood op jonge leeftijd.

 

Bij veel eerste- en tweedegraads verwanten van jongvolwassen hartdoden bleek sprake van genetische mutaties die het risico op kamerfibrilleren vergroten. In niet minder dan veertig procent van de onderzochte families kwamen dergelijke afwijkingen voor. ‘De huidige studie concentreert zich op dezelfde genen. We vergelijken de frequentie van de betreffende mutaties en van andere veranderingen in deze genen bij patiënten met en zonder ritmestoornissen.’

 

Wilde: ‘Onder dertigers is een hartstilstand zeldzaam. Dat geldt niet voor de groep van veertigplussers. Op latere leeftijd eist een ongezonde levensstijl immers vaak zijn tol. Een infarct kan het gevolg zijn. Voor de elektrische huishouding van het hart heeft dat onmiddellijk consequenties, het raakt in een kramptoestand. Mechanisch gezien staat het stil - vandaar de term hartstilstand – maar in elektrisch opzicht is er juist sprake van een enorme activiteit. De achtergronden van die paradox hopen we de komende jaren verder in kaart te brengen.’

Lees meer

Open archief (52 artikelen)