Medische verhalen

ICD steeds vaker MRI-bestendig (oktober 2014)

Het bericht ‘Probleemloos de MRI-scanner in’ in de rubriek ‘Hartnieuws’ in STIN journaal 2014-3 riep toch weer wat vragen op over deze materie. Daarom hier een update over de stand van zaken.


Auteur: Dr. L. van Erven, hartritmecardioloog Leids Universitair Medisch Centrum

 

Voor veel ICD- en pacemakerpatiënten is de MRI al jarenlang verboden terrein. Zoals ik eerder schreef in STIN journaal 2012-3 werd gedacht dat het maken van een MRI gevaarlijk was, omdat de sterke magneet van de MRI het metaal in de ICD en de lead zou kunnen aantrekken of omdat de lead als antenne kan werken en er warmteontwikkeling kan plaatsvinden. Daarnaast zou de programmering beïnvloed kunnen worden. Onderzoeken hebben echter laten zien dat dit in de praktijk reuze meevalt en inmiddels zijn duizenden patiënten met een ‘klassieke’ (niet speciaal MRI-bestendig gemaakte) ICD zonder problemen in de MRI geweest. Hierbij werden de patiënten wel heel goed gemonitord, terwijl ICD-systeem en MRI aan bepaalde eisen voldeden.

     Hoewel cardiologen en radiologen in de praktijk nog terughoudend kunnen zijn, is de nieuwste Europese richtlijn uit 2013 (www.nvvc.nl/richtlijnen) hierover veel vooruitstrevender dan voorheen. Gesteld dat MRI en ICD aan bepaalde voorwaarden voldoen én dat goed wordt gemonitord, is de aanbeveling in deze richtlijn dat het maken van een MRI bij een patiënt met een klassieke ICD ‘kan worden overwogen’.

 

MRI-bestendig

Aangezien er toch beperkingen zijn, gaan de ontwikkelingen op het vlak van MRI-bestendigheid door. Alle ICD-producenten zijn druk bezig met de ontwikkeling van ICD’s en leads die MRI-bestendig zijn. In 2012 kwam Biotronik met de Lumax 740 ICD en CRT-D en dit jaar kwam Medtronic met de Evera. Boston Scientific en St. Jude verwachten dat bepaalde bestaande ICD’s in combinatie met bepaalde leads het label MRI-bestendig kunnen krijgen en werken hieraan. Bij Sorin heeft men hierop nog geen zicht.

     Wat maakt eigenlijk het verschil? MRI-bestendige ICD’s en leads bevatten minder metalen die worden aangetrokken door de magneet. Dit voorkomt ook het antenne-effect en vermindert de mogelijkheid tot opwarming in de lead. Door de inwerking van de sterke magneet op met name de lead ontstaat tijdens het maken van een MRI warmte, maar die wordt opgenomen in het bloed en zo wordt geen weefselschade aangericht. Naarmate het MRI-apparaat sterker is en de ICD dichter bij het af te beelden lichaamsdeel zit, is de warmteontwikkeling groter. Diverse aanpassingen kunnen deze overmatige warmtevorming verminderen. Behalve door beperking van de toegestane sterkte van de MRI (in het algemeen 1,5 tesla) kan het MRI-programma enigszins aangepast worden. Fabrikanten van ICD’s hebben een oplossing gezocht in het voor beeldvorming uitsluiten van de borstkas en noemden de ICD (of pacemaker) dan MRI-conditional of -compatibel in plaats van MRI-safe (geen enkele uitsluiting). Vaste afspraken over deze terminologie zijn er echter niet en certificaten voor veiligheid bestaan ook niet.

     Overigens blijken sommige bestaande producten al weinig metaal te bevatten en daarom kunnen deze met terugwerkende kracht MRI-compatibel worden verklaard (de zogenaamde ‘relabeling’). Dit geldt met name voor leads. Behalve hardware heeft ook software invloed op de magneetgevoeligheid. Door tijdelijke aanpassing van de programmering wordt de ICD zo ongevoelig mogelijk gemaakt voor magneeteffecten.

     Fabrikanten hebben alleen combinaties van eigen producten getest (ICD met lead), dus alle andere combinaties zullen niet officieel MRI-compatibel zijn, wat niet inhoudt dat deze systemen problemen zouden geven. Problemen worden wel verwacht van nog aanwezige oude ‘afgedopte’ leads die niet meer op de ICD zijn aangesloten en daardoor de warmte niet kwijt kunnen. Hetzelfde geldt voor op het hart aangebrachte zogenaamde ‘epicardiale’ leads.

     Doel van het maken van een MRI is natuurlijk het afbeelden van organen en lichaamsdelen. Als wel ‘full body exposure’ toegestaan is (als dus het gehele lichaam de MRI-scan mag ondergaan), wil dit nog niet zeggen dat borstkas en hart goed worden afgebeeld: ICD en pacemaker veroorzaken flinke verstoring van het beeld, waarbij een deel van het hart helemaal zwart of vaag is.

 

Praktijk

De meeste ICD-dragers zullen een (nog) niet officieel MRI-compatibel systeem hebben. Ook al is het ICD-apparaat wel MRI-bestendig, dan is dit vaak in combinatie met een oudere lead die dit stempel (nog) niet heeft. Dus als een MRI nodig is, zal uw cardioloog moeten beoordelen of dat met uw ICD-systeem verstandig is. Ook de radioloog zal akkoord moeten gaan. De nodige voorzorgen zullen lokaal georganiseerd moeten zijn. Voorafgaand aan het onderzoek zal nog een en ander opnieuw geprogrammeerd moeten worden, waarbij met name de therapie wordt gedeactiveerd. Tijdens het onderzoek zult u gemonitord worden, zodat kan worden ingegrepen als zich onverhoopt iets onverwachts voordoet. Hierna wordt de ICD doorgemeten en opnieuw geprogrammeerd.

 


 

MRI-compatibele ICD’s (september 2014)

Merk

Biotronik

Medtronic

Type

Idova/Ilesto/Iforia/

Lumax ProMRI

Evera MRI SureScan

Beperking

borst

geen

Opmerking

totale scantijd 10 uur; maximaal per scan 30 minuten

schakelt therapie na 6 uur automatisch weer aan

 


 

Nog niet officieel als MRI-compatibel bestempelde ICD’s (september 2014)

Merk

Boston Scientific

St. Jude

Sorin

Type

S-ICD en ‘klassieke’ ICD’s

Ellipse en Fortify Assura

Beperking scangebied

geen

geen scanrestricties, slechts bij 100% pacing

Opmerking

wachten op relabeling met terugwerkende kracht van bestaande lijnen

wachten op relabeling met terugwerkende kracht van bestaande lijnen

komende twee jaar geen MRI-compatibele producten te verwachten

 

Noot: ‘relabeling’ betekent dat bestaande ICD’s die momenteel bij patiënten worden geïmplanteerd, achteraf toch door een MRI-scanner gehaald mogen worden.


Lees ook

Lees meer

Open archief (52 artikelen)