Medische verhalen

Eerste draadloze pacemakers geïmplanteerd (april 2013)

 Mersiha Ćuk 
 

Medische specialismen zijn constant in ontwikkeling. Dat geldt zeker ook voor de cardiologie. Eind 2012 plaatsten hoofdonderzoeker dr. Reinoud Knops en mede-onderzoekster dr. Fleur Tjong van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (AMC) de eerste draadloze pacemaker (Nanostim) in Nederland. Een doorbraak, want hiermee is de eerste stap gezet naar verdere ontwikkeling van de huidige generatie pacemakers.

Op de foto rechts dr. Fleur Tjong met de draadloze pacemaker en dr. Reinoud Knops

 

De Nederlandse deelname aan de studie is in eerste instantie te danken aan dr. Knops. Dr. Tjong vertelt: 'Dr. Knops is in een vroeg stadium met dit project in aanraking gekomen. Daarna zijn wij in sneltreinvaart aan de slag gegaan om met de studie te starten in het AMC Hartcentrum.' Zij vervolgt: 'Naast het werk tijdens de uitvoering van de studie komt er ook heel wat kijken bij het opstarten. Vorige zomer zijn wij al begonnen met de voorbereidende gesprekken, waarna de studieprotocollen door het AMC moesten worden goedgekeurd. In december zijn wij aan de slag gegaan.'

 

Van idee tot uitvoering
De conventionele pacemaker bestaat al meer dan vijftig jaar: een 'elektrisch kastje' met een of meer draden. Om deze in het lichaam te plaatsen maakt men operatief een holte onder de huid waarin de pacemaker wordt geplaatst. De aan de pacemaker verbonden draden worden via een ader naar de hartkamer geleid.

 

Met de komst van de Nanostim draadloze pacemaker is dit voor pacemakersystemen met één draad (VVI-pacemaker) in de toekomst niet meer nodig. Men kan volstaan met een ingreep waarbij de draadloze pacemaker via de lies met een katheter wordt ingebracht en vastgeschroefd in het spierweefsel van de rechterhartkamer.

De firma Nanostim is jarenlang bezig geweest met de ontwikkeling van de draadloze pacemaker. Er is ook dieronderzoek aan te pas gekomen. Volgens dr. Tjong is dat een normale gang van zaken: 'Voordat je overgaat op mensen is het belangrijk om ervaring te hebben opgedaan met dieren, vanzelfsprekend zolang dat hen niet schaadt.' Driehonderd schapen kregen een draadloze pacemaker geïmplanteerd. Bij een aantal van hen is die na zes maanden verwijderd. Dr. Knops en dr. Tjong doorliepen voorafgaand aan de eerste menselijke implantaties een training met schapen in Californië (Verenigde Staten). Inmiddels zijn in het dierenlaboratorium van het AMC drie Nederlandse cardiologen van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en het Universitair Medisch Centrum in Utrecht (UMCU) getraind.


 

 

 

 

Afbeelding rechts Nanostim draadloze pacemaker naast een conventioneel systeem

 

 

 

 


Volgens dr. Knops is de draadloze pacemaker een doorbraak op het gebied van pacemakers. Het systeem heeft veel voordelen in vergelijking met dat van conventionele pacemakers: 'Door het gebruik van draadloze pacemakers kan het aantal complicaties drastisch dalen, met name voor ouderen, die daarop meer risico lopen. Het infecteren van het huidzakje waarin de pacemaker wordt geplaatst — wat in het ergste geval leidt tot een ernstige infectie van het hart — en het ontstaan van een klaplong verwachten wij hiermee te voorkomen. Ook veel voorkomende problemen met de pacemakerdraden zoals draadbreuk zijn bij een draadloze pacemaker niet meer aan de orde.'

 

Toekomst
Voordat een implantatie plaatsvindt, zijn eerst een selectieprocedure en een onderzoekstraject met mogelijk geschikte patiënten vereist. Na de implantatie komen de patiënten in het belang van de studie nog drie keer terug voor controles: na twee en zes weken en na drie maanden. Hierna volgen de reguliere controles om het half jaar. Dr. Tjong vertelt dat er nu bewust is gekozen voor een oudere patiënt: 'De batterijen van de draadloze pacemaker gaan net zoals bij de conventionele pacemaker tussen de zeven en tien jaar mee . Op dit moment is bekend dat de draadloze pacemaker na zes maanden weer makkelijk via de lies kan worden verwijderd, maar op de lange termijn moet dat nog blijken. We zijn wel zover dat er — indien nodig — drie pacemakers naast elkaar kunnen worden geplaatst.'

 

Dit is volgens de onderzoekers een van de redenen waarom er in de toekomst nog verschillende studies moeten plaatsvinden voordat de draadloze pacemaker voor een grote groep beschikbaar wordt. Dr. Knops legt uit: 'In dit stadium is er altijd een mogelijkheid van een probleem achter de horizon, waarvan wij niet op de hoogte zijn. Een studie zoals deze duurt jaren! Er moet genoeg onderzoek worden verricht om een waardeoordeel te kunnen vellen en dat wetenschappelijk te onderbouwen; denk aan het randomiseren[1] van patiënten. Maar het staat vast, dat dit een heel grote stap is. Men heeft hier sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw aan gewerkt.'

 

Hoopvol

Voor de toekomst hopen de onderzoekers in ieder geval dat met nieuwe technologieën ook de overige, meerdraadse pacemakers in een draadloze variant mogelijk worden: 'Het is nu een ‘kleine’ stap om een pacemaker te ontwikkelen die in de boezem kan worden geïmplanteerd en dezelfde eigenschappen heeft als een conventioneel systeem. Daarvoor is hoogstwaarschijnlijk wel een nóg kleinere batterij nodig. Het is een ontwikkeling die gaande is en waar bedrijven als St. Jude Medical en Medtronic, die zich specialiseren in medische technologie, mee bezig zijn.'

 

 

Bekijk ook het filmpje van NOS.nl: Implantatie van de eerste draadloze pacemaker via www.stin.nl > Over de ICD > Videotheek.



[1] Randomiseren: het op willekeurige wijze samenstellen van onderzoeksgroepen, waarna zij aan diverse behandelingen en/of proefomstandigheden worden blootgesteld.

Lees meer

Open archief (52 artikelen)