Medische verhalen

De cardioloog-elektrofysioloog. ‘Elektricien’ voor hartritmestoornissen (april 2013)

Dr. Natasja N.M. de Groot, cardioloog-elektrofysioloog, Erasmus MC, Rotterdam

 

Een cardioloog is een medisch specialist die zich bezighoudt met het opsporen, diagnosticeren en behandelen van ziekten van het hart. Een elektrofysioloog is ook een cardioloog maar een die zich bezighoudt met het vak elektrofysiologie: de wetenschap van de elektrische eigenschappen van het hartspierweefsel. Maar wat doet nu precies een cardioloog-elektrofysioloog en wat is het verschil met een algemeen cardioloog?

 

De opleiding tot basisarts

De carrière van een cardioloog begint met een vier jaar durende studie geneeskunde aan een universiteit. In deze vier jaar krijgt de student(e) naast theoretisch onderwijs zoals hoorcolleges ook training in praktische vaardigheden, bijvoorbeeld het afnemen van de anamnese (verslag van de patiënt over zijn/haar ziektegeschiedenis) en het verrichten van lichamelijk onderzoek. In deze vier jaar moeten vele examens afgelegd worden. Na het succesvol afronden van de studie is de titel drs. (doctorandus, latijn voor 'hij die nog doctor moet worden') behaald. Om vervolgens basisarts te worden moet een doctorandus twee jaar co-schappen lopen. De co-schappen bestaan uit stages op diverse afdelingen in het ziekenhuis zoals neurologie, psychiatrie, interne geneeskunde en chirurgie. Na het afronden van de co-schappen is de co-assistent basisarts geworden. Op dat moment mag hij de titel dokter gebruiken.

 

Een basisarts kan vervolgens kiezen voor een opleiding tot onder andere sociaal geneeskundige (bijvoorbeeld verzekeringsarts), huisarts of medisch specialist, in dit geval cardioloog. Maar hij moet wel solliciteren naar deze vervolgopleidingen. Het aanbod van opleidingsplaatsen is kleiner dan de vraag, dus niet elke basisarts kan vanzelfsprekend verder met het specialisme van zijn of haar keuze. Wordt de sollicitant aangenomen dan wordt hij/zij arts-assistent. In tegenstelling tot de co-assistent krijgt de arts-assistent wel salaris. De opleiding tot cardioloog bestaat uit twee jaar stage lopen op de afdeling Interne Geneeskunde en daarna vier jaar op de afdeling Cardiologie.

 

De opleiding tot cardioloog

De opleiding cardiologie bestaat uit diverse onderdelen. Allereerst zijn er de stages op de verpleegafdeling Cardiologie waarbij de cardioloog-in-opleiding zorgt voor patiënten die opgenomen worden voor onderzoek naar of behandeling van hartziekten. Behalve op de ‘gewone’ verpleegafdeling, werkt de cardioloog-in-opleiding ook een periode op de afdeling Hartbewaking (ook wel CCU, Coronary Care Unit genoemd). In sommige academische ziekenhuizen is er ook een stage op de afdeling Transplantatie. Daar liggen onder andere patiënten die recent een harttransplantatie hebben ondergaan.

 

De cardioloog-in-opleiding werkt zelfstandig maar wel onder supervisie van een ervaren cardioloog. In de praktijk betekent dit dat diagnostiek en behandeling van alle patiënten met hem besproken worden. Daarnaast heeft de cardioloog-in-opleiding ook dienst op de Eerste Hulp; niet alleen overdag, maar ook ’s avonds en ’s nachts. Hier komen patiënten die acuut hulp nodig hebben in verband met bijvoorbeeld pijn op de borst, kortademigheid, of hartkloppingen. Ook dan geldt dat een arts-assistent moet overleggen met een cardioloog die dienst heeft.

 

Een belangrijk onderdeel van de opleiding tot cardioloog is uiteraard het beoordelen van het elektrocardiogram (‘hartfilmpje’). Daarom volgt de cardioloog-in-opleiding ook stages die gericht zijn op het aanleren van de specifieke vaardigheden die hiervoor nodig zijn. Voorbeelden hiervan zijn het maken en beoordelen van een echocardiogram, hartkatheterisatie (het spuiten van contrastvloeistof in een kransslagader) en het implanteren van pacemakers. Na zes jaar is de opleiding tot algemeen cardioloog afgerond. Aan deze opleiding is verder geen titel verbonden, de cardioloog blijft doctorandus (drs.).


Een dag uit het leven van cardioloog-elektrofysioloog drs. Rohit Bhagwandien. Het grootste deel van de dag brengt hij door op de katherisatiekamers (A). Tussen de procedures door gaat hij naar de verpleegafdeling (B) waar hij arts-assistent drs. Nicolas Faber les geeft in de vaardigheden van een algemeen cardioloog: het lezen van een elektrocardiogram (‘hartfilmpje’, C), het beoordelen van een hartkatherisatie waarbij de doorgankelijkheid van de kransslagaderen onderzocht wordt (D), het beoordelen van een echocardiogram (E) en auscultatie, de kunst van het luisteren naar de harttonen (F). Aan het einde van de dag de administratie verwerken (G). De ‘papieren status’ is geheel verdwenen en alle informatie over patiënten is tegenwoordig digitaal beschikbaar.

 


De opleiding tot cardioloog-electrofysioloog

Nadat de opleiding cardiologie is afgerond, kan de (afgestudeerde) cardioloog gaan werken als algemeen cardioloog of zich verder specialiseren binnen één van de subspecialisaties van de cardiologie waaronder elektrofysiologie. Een elektrofysioloog is gespecialiseerd in diagnostiek en behandeling van hartritmestoornissen. De opleiding duurt ongeveer twee jaar. Elektrofysiologie is één van de meer technische richtingen binnen het vak cardiologie. In de wandelgangen worden elektrofysiologen daarom ook wel ‘de elektriciens’ genoemd.

 

Het grootste gedeelte van de dag brengt de elektrofysioloog door op de hartkatheterisatiekamers en verricht hij diverse ingrepen waaronder implantatie van pacemakers en ICD’s. Ook het volgen van patiënten na de implantatie van een pacemaker of een ICD gebeurt in veel ziekenhuizen door een cardioloog-electrofysioloog. Hij controleert de instellingen van het device en stelt ze zonodig bij.

 

Sommige elektrofysiologen zijn alleen pacemaker/ICD-specialist; anderen kiezen ervoor om naast pacemaker/ICD-implantaties ook katheterablaties te doen. Dat is een behandeling voor zowel boezem- als kamerritmestoornissen waarbij hartspierweefsel vernietigd wordt. Deze procedure begint met het proberen op te wekken van een ritmestoornis. Aan de hand daarvan probeert men een diagnose te stellen (welk type ritmestoornis is het?). Vervolgens vindt de behandeling plaats.

 

Andere taken van de elektrofysioloog zijn onder andere het houden van spreekuren op de polikliniek of het verrichten van cardioversies. Tevens heeft hij veel ‘nakijkwerk’: het beoordelen van holterregistraties, ajmaline testen en signal-averaged ECG's (zie STIN-journaal 2013-1 ofwww.stin.nl> Levenmet de ICD > medisch).

 

De elektrofysioloog is in principe ook het aanspreekpunt van de afdeling voor andere cardiologen als het over onderzoek en behandeling van ritmestoornissen gaat. Door alle technologische veranderingen is elektrofysiologie een boeiend specialisme dat volop in ontwikkeling is.

 

Promoveren

Een student die de studie geneeskunde heeft afgerond, kan ook een paar jaar wetenschappelijk onderzoek doen resulterend in het schrijven van een proefschrift (promotieonderzoek). In principe kan een promotietraject in elke fase van de opleiding worden gestart, zelfs als iemand al cardioloog is. Maar meestal wordt in de jaren voorafgaande aan de opleiding tot cardioloog al een promotietraject gevolgd. Dit wordt afgerond met een openbare verdediging van het proefschrift waarna de titel doctor (dr.) gebruikt mag worden. Promoveren is geen vereiste om cardioloog te worden. Alleen cardiologen die ervoor gekozen hebben om te promoveren, dragen dus de titel dr. in plaats van drs.

 

Een week uit het leven van een cardioloog-electrofysioloog

Hoe ziet nu de week van een cardioloog-elektrofysioloog eruit? Als voorbeeld volgt hieronder een korte beschrijving van mijn werkweek als zodanig in een academisch ziekenhuis:

 

Maandag: Heerlijk, de hele dag procedures doen op de hartkatheterisatiekamers. Allereerst twee katheterablaties bij patiënten met kamerritmestoornissen. Daarna een wisseling van een ICD.

 

Dinsdag: Eerst naar de ochtendoverdracht waar alle patiënten die op de hartbewaking liggen besproken worden. Daarna naar mijn kantoor. Ik ben gepromoveerd eer ik aan mijn opleiding tot cardiologe begon. Mijn wens was om na de afronding daarvan werkzaam te blijven in een academisch ziekenhuis. Daardoor kan ik deels als wetenschappelijk onderzoeker bezig zijn, zodat mijn werk in de kliniek afgewisseld wordt met zogenaamde onderzoeksdagen, waarop ik onder andere jonge onderzoekers begeleid. Vandaag is zo’n dag. Vervolgens werkoverleg met artsen die wetenschappelijk onderzoek verrichten in het kader van een promotietraject. Daarna nog geschreven aan een publicatie. Vervolgens naar de avondoverdracht want ik heb dienst als algemeen cardioloog. Dat betekent dat ik ‘s avonds en ‘s nachts gebeld kan worden door een cardioloog-in-opleiding die in het ziekenhuis werkt en wil overleggen. Soms kom ik naar het ziekenhuis om samen met de cardioloog-in-opleiding een patiënt te onderzoeken of te behandelen. Deze dienst eindigt met de overdracht op de volgende ochtend.

 

Woensdag: Interactief onderwijs aan eerstejaarsstudenten geneeskunde over patiënten met hartkloppingen die zich melden op de Eerste Hulp. Daarna weer even tijd voor wetenschappelijk onderzoek. Vandaag achter mijn computer data analyseren en schrijven aan een publicatie. ‘s Middags les geven over pacemakers aan het verplegend personeel van de Hartbewaking. Aan het einde van de dag nog overleg met een onderzoeker over een nieuw project. Tussendoor nog enkele patiënten bellen over uitslagen van onderzoeken en een huisarts die een vraag heeft over een patiënt.

 

Donderdag: ‘s Ochtends overleg met kindercardiologen in het Sophia Kinderziekenhuis over diagnostiek en behandeling van hartritmestoornissen bij kinderen. Daarna naar de katheterisatiekamers. Donderdag is de vaste dag waarop wij kinderen behandelen (zowel katheterablaties als ICD- en pacemakerimplantaties). Eerst een katheterablatie van een boezemritmestoornis bij een jongen van negen jaar met een aangeboren hartafwijking, gevolgd door een ICD-implantatie bij een jongen van vijftien die een hartstilstand buiten het ziekenhuis heeft gehad en succesvol is gereanimeerd.

 

Vrijdagochtend: Voorbereiding van de polikliniek Ritme-Genetica (zie STIN-journaal 2013-1 of www.stin.nl > Leven met de ICD > Medisch) gevolgd door een bespreking van patiënten met erfelijke ritmestoornissen met de afdelingen Genetica en Kindercardiologie. Nog even een paar uitslagen op de holterkamer bekijken, patiënt bellen en dan snel starten met het spreekuur. En daarna: weekend!

Lees meer

Open archief (52 artikelen)