Medische verhalen

Een draadje in of op het hart. Wat is het verschil? (oktober 2013)

Drs. Richard Derksen, cardioloog-elektrofysioloog, Ziekenhuis Rijnstate, Arnhem

 

Bij hartfalen kan gekozen worden voor implantatie van een speciale pacemaker of ICD die ook de linkerkamerfunctie ondersteunt. In plaats van het bevestigen van een pacemakerdraad aan de binnenzijde van het hart wordt hierbij soms gekozen voor een draad die op het hart wordt geschroefd. Waarom doet men dat? Of wat is het verschil?

 

Hartfalen is een complex ziektebeeld. Complex, omdat allerlei factoren een rol kunnen spelen. Het is niet de bedoeling om al die factoren in dit artikel te bespreken. Maar één wel: de elektrische activatie van het hart. Normaal loopt er van boven tot onder een stroompje door het hart. In het midden splitst dit stroompje zich in tweeën naar de linker- en rechterbundeltak. Dit elektrische stroompje geeft aan het hart de opdracht om zich samen te trekken. Eerst passeert het de beide boezems die daardoor samentrekken. Terwijl het stroompje door de bundeltakken loopt, gebeurt er vervolgens even niets. Daarna laat het de kamers samentrekken. Wat op een ECG of elektrocardiogram wordt vastgelegd, is in feite dit stroompje.

 

Nu kunnen er ook fouten of veranderingen in de loop van het stroompje ontstaan. Stel dat een van de bundeltakken, bijvoorbeeld de linker, het stroompje niet meer doorlaat. Alle stroom gaat dan via de rechtertak en komt veel later aan in de linkerhartkamer. Men noemt dit een linkerbundeltakblok. Omdat de hartkamers daardoor niet mooi synchroon of gelijktijdig samenknijpen, kan dit tot een belangrijke conditievermindering leiden, met name bij mensen die sowieso al niet zo'n goede pompfunctie hebben. Het is enigszins te vergelijken met het niet goed afstellen van de ontsteking van de cilinders van een auto. Daardoor wordt de trekkracht van de auto minder.

 

In dit geval kan er gekozen worden voor een speciale pacemaker, al dan niet met ICD-functie, waarbij ook een pacemakerdraad richting de linkerkamer wordt gebracht. Omdat er bij een pacemakerimplantatie altijd een pacemakerdraad in de rechterkamer wordt gebracht, kun je nu zowel de linker- als de rechterkamer stimuleren en wel tegelijkertijd. Hierdoor gaan de hartkamers of delen daarvan weer synchroon samentrekken en knijpen. Dat kan een belangrijke conditieverbetering betekenen.

 

De pacemakerdraad naar de linkerkamer brengen is een kunst op zich. Vanuit de kamers van het hartlopen er bloedvaten over het hart die het bloed weer terugvoeren naar de rechterboezem. Dit zijn niet de kransslagaders want die voeren het bloed naar de delen van het hart toe, maar de afvoerende bloedvaten of venen. Deze lopen op de hartspier aan de buitenkant van het hart. Nu kan de pacemakerdraad, vanuit de rechterboezem tegen de stroom in, via deze bloedvaten naar een bewuste plaats worden gebracht. Inmiddels weten we welke plaatsen daarbij de voorkeur hebben om de stimulatie het beste te laten werken. Strikt genomen prikkel je de hartspier door het bloedvat heen. Dit kan zonder problemen.

 

De aanleg van de aders of venen is per patiënt verschillend. Het kunnen er veel zijn maar ook weinig. Ze kunnen dik zijn of juist erg dun. Kortom, soms lukt het niet om de pacemakerdraad naar de juiste plaats te brengen en zal via deze weg geen optimale pacemakerfunctie worden verkregen. Een alternatief is dan om in plaats van deze lead in de venen in te brengen, via een heel andere techniek een speciale pacemakerlead op de buitenkant van het hart te plaatsen, in de hartspiergebieden tussen de bloedvaten in. Dit kan met een zogenaamde VATS-techniek (Video Assisted Thoraco Scopie). Dit is een chirurgische techniek waarbij je met drie tot vier kleine sneetjes in de borstwand instrumenten (soort pijpjes) in de borst kunt brengen (zie de foto’s). Via het ene instrument kun je in de borst kijken en het hart zien. Met het andere schroef je de pacemakerdraad op het hart. Uiteindelijk wordt deze draad aan de pacemaker verbonden en kan de pacemaker goed functioneren.

Binnenkant van de borstholte met zicht op de ribspieren en onderaan een deel van de long.

Drie instrumenten: in de linkerhand een pincet, in de rechterhand een schaar. Het losliggende instrument is de videocamera.

Twee instrumenten in de borstholte: links een pincet en rechts een schaar.

Het aanbrengen van de schroef.

De schroef is bevestigd op het hart. De pacemakerdraad loopt naar boven weg.

Lees meer

Open archief (52 artikelen)