Medische verhalen

Verlaging van stralingswaarde tijdens ablaties een feit (oktober 2013)

De helft van een klein beetje blijft een klein beetje, maar de helft van heel veel is heel veel

Mersiha Ćuk

 

In het grootste elektrofysiologisch hartcentrum van Nederland, het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven, worden jaarlijks tal van ingrepen uitgevoerd waaronder ruim 1100 ablaties, 400 implantaties van ICD’s en 250 van pacemakers. Dankzij een nieuwe technologie van Philips wordt de stralingswaarde tijdens een behandeling voor hartritmestoornissen met bijna de helft gehalveerd. Een win-winsituatie voor arts en patiënt. 

Met de zogeheten ClarityIQ technologie verkrijgt men bij een elektrofysiologisch onderzoek door de afwezigheid van ruis een beter beeld, maar het belangrijkste aspect is dat de vrijgekomen röntgenstraling aanzienlijk wordt verlaagd. Het stralingsgehalte voor patiënten wordt teruggebracht met 42 procent tegenover 50 procent bij artsen. Cardioloog Lukas Dekker van het Catharina Ziekenhuis en tevens onderzoeksleider legt uit: ‘Artsen ontvangen niet dezelfde straling uit het apparaat als patiënten, maar een zogeheten strooistraling. Dit is de straling die van patiënten wordt weerkaatst.’

 

Hij vervolgt: ‘Het meten van straling is heel ingewikkeld en kent vele manieren, dan wel eenheden. Eén daarvan is de sievert (Sv). Als cardioloog mag je per jaar twintig millisievert of mSv ontvangen. Omdat door deze nieuwe techniek de operator slechts drie microsievert ofμSvontvangt, mag een cardioloog theoretisch meer dan zesduizend procedures per jaar uitvoeren. Deze drie microsievert is ongeveer één duizendste van de jaarlijkse stralingsdosis die de gemiddelde persoon in Nederland opvangt als gevolg van onder andere natuurlijke achtergrondstraling.Ofwel: de hoeveelheid vrijgekomen straling is enorm verminderd.’

 

Van opzet tot uitvoering

De samenwerking tussen het van oorsprong Eindhovense bedrijf Philips en het Catharina Ziekenhuis kent een lange geschiedenis. Al jaren onderhouden zij een goede werkrelatie met elkaar. ‘Philips heeft de techniek ontwikkeld en ik de studie om die in de praktijk te testen. Dat is van essentieel belang, want iets in het laboratorium uitvogelen is pas een eerste stap. Belangrijker is dat het in de praktijk zijn diensten kan bewijzen’, licht Dekker toe.

 

Op grond van beschikbare, voorlopige gegevens werd een schatting gemaakt van de groepsgrootte die nodig was om met het onderzoek te kunnen aantonen dat het een statistisch belangrijk verschil betreft. Uiteindelijk telde het onderzoek 136 deelnemers met een leeftijd tussen de 59 en 69 jaar. De leeftijdscategorie was op toeval gebaseerd. Wel is gekozen voor patiënten die een complexe ablatie moesten ondergaan zoals het geval is bij boezemfibrilleren en/of kamerritmestoornissen. Daarbij komt meer röntgenstraling vrij en kan het verschil met de hoeveelheid die normaal vrijkomt, beter worden gemeten.

 

In vergelijking met de straling die onder andere vrijkomt bij de behandeling van hersenvaten door radiologen die daarbij nog scherpere beelden nodig hebben, is de straling die vrijkomt bij elektrofysiologisch onderzoek stukken minder. Volgens Dekker is de winst voor radiologen zelfs nog groter: ‘De helft van een klein beetje blijft een klein beetje, maar de helft van heel veel is heel veel. Toch is het bij de behandeling van hartritmestoornissen juist bijzonder dat wij in staat zijn om van weinig röntgenstraling nog minder te maken.’


 

 

 

 

Dr. Dekker tijdens een ingreep in het hartcentrum van het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Op de foto is te zien hoe hij het nieuwe röntgensysteem gebruikt om een katheterablatie uit te voeren bij een patiënt met boezemfibrilleren. 

 

 

 

 


 

Voordat de nieuwe technologie op de markt kwam, is ze eerst goedgekeurd door de Amerikaanse FDA (Food and Drug Administration). Deze instantie test voor zowel de Amerikaanse als de Europese markt allerlei medische toepassingen en apparatuur.

 

De ClarityIQ technologie kan op bijna alle bestaande Philipssystemen worden toegepast. Naast het Catharina Ziekenhuis kunnen ook anderen hiermee direct aan de slag: ‘Bij ons in het ziekenhuis wordt er nu in één kamer mee gewerkt, maar de vijf nieuwe hartkatheterisatiekamers worden er ook allemaal van voorzien.’

 

Overigens is de oude techniek niet onverantwoord, maar is het volgens Dekker enorm belangrijk om vooruit te blijven kijken en het risico op kwaadaardige ziektes – hoe klein ook – te (blijven) verminderen, vooral omdat er jaarlijks, mede door de vergrijzing, steeds meer hartpatiënten bijkomen die te maken krijgen met een elektrofysiologisch onderzoek: ‘Als wij in staat zijn om voor veel mensen een klein risico nog kleiner te maken door de straling te verminderen, dan is dat een goede stap vooruit. Grofweg gezegd heb je bij de helft minder straling ook de helft minder risico’s.’

 

Risico’s van röntgenstraling

Eén van de bekendste risico’s bij röntgenstraling is de verhoogde kans op kanker. Volgens Dekker is het vandaag de dag nog steeds moeilijk om individueel verhoogde kansen op een kwaadaardige ziekte met volledige zekerheid toe te schrijven aan het feit dat men ooit of meerdere keren onder een röntgenapparaat heeft gelegen: ‘Tijdens het vliegen en skiën komt eveneens straling vrij. Feit is wel dat mensen die vaker een röntgenonderzoek hebben ondergaan een verhoogde kans hebben. Denk daarbij bijvoorbeeld aan meerdere dotterbehandelingen. De kans op kanker raak je niet kwijt, die wordt alleen maar groter. Dat is best een zorg en daarom is het bij jonge mensen vooral van belang om deze straling te verminderen, want zij dragen de gevolgen hun hele leven mee.’

 

Andere gezondheidsproblemen die röntgenstraling met zich meebrengt, zijn verbrandingen van de huid. Die zijn echter tijdelijk en herstellen na enige tijd. Daarnaast kunnen in de geslachtscellen veranderingen optreden. Zo is er in Zweden ooit een onderzoek geweest onder tandartsassistentes waaruit bleek dat zij in vergelijking met anderen vaker een miskraam kregen vanwege het feit dat zij meer met röntgenstraling in contact komen. Tegenwoordig gaat men daar veel zorgvuldiger mee om: ‘Al onze inzichten in de effecten van röntgenstraling zijn gebaseerd op de kernexplosie in Hiroshima (Japan). Toen is berekend hoeveel röntgenstraling er nog vrijkomt op een bepaalde afstand. In het algemeen is de kans dat een mens ooit kanker krijgt ongeveer twintig procent. Door röntgenstraling – hoe weinig ook – heb je een verhoogde kans daarop.’

 

Desondanks is Dekker van mening dat de winst die met een behandeling wordt behaald, vele malen groter is dan het kleine risico op een kwaadaardige ziekte: ‘Vroeger overleden mensen aan hun hartritmestoornissen, terwijl tegenwoordig ablaties veel mensen een kans geven op volledig herstel en een leven zonder hartritmestoornissen. Daarom is het van belang om te blijven ontwikkelen en zoveel mogelijk mensen van deze aandoening af te helpen met zo min mogelijk risico’s. Dit is niet alleen voor patiënten een belangrijke stap, maar ook voor al het medisch personeel dat dagelijks aan deze straling blootstaat.’

 

Lees meer

Open archief (52 artikelen)