Dragers (jongeren en kinderen)

Rick Janssen (januari 2011)

Brief aan mijn levensredders

Beste dames en heren,

De reden dat ik jullie deze brief schrijf is dat het vijf jaar geleden is dat ik tijdens het mooie Schuttersfeest van het podium viel en dat jullie me gereanimeerd hebben en mijn vriendin en vrienden zo goed hebben opgevangen. Daarvoor wil ik jullie hartelijk bedanken, echt bedanken. Verder wil ik jullie vertellen wat er vanaf dat moment tot nu toe zoal is gebeurd.

 

Die bewuste 24e juli zullen wij niet snel vergeten. Nadat jullie mij gereanimeerd hadden, ben ik naar Ziekenhuis Rijnstate in Arnhem vervoerd omdat er in Zevenaar geen plaats was. Daar hebben zij mij op de IC een aantal dagen in coma gehouden. Nadat ik ontwaakt was, werd ik overgebracht naar de hartafdeling waar ik aan de telemetrie werd gelegd. In het begin herkende ik mijn eigen vriendin en mijn ouders en broers niet. Ten gevolge van de hartstilstand was er zuurstofgebrek opgetreden in de hersenen. Dat betekende dat ik allerlei dingen zoals lopen, praten, schrijven, klok kijken en voorwerpen herkennen opnieuw zou moeten aanleren.

 

Zodra ik redelijk stabiel was, ging ik het traject van onderzoeken in maar die leverden geen aanwijsbare oorzaak op voor mijn hartstilstand. Maar om herhaling te voorkomen kon ik kiezen tussen het slikken van medicijnen of de implantatie van een ICD. Op dat moment was ik 23 jaar. Ik zag het niet zitten om van nu af aan mijn hele verdere leven afhankelijk te zijn van medicijnen en daarom besloot ik na overleg met Karin en mijn ouders te kiezen voor de ICD. Dit alles speelde twee weken na het ongeval. De ICD werd geïmplanteerd in de eerste week van augustus en na een week mocht ik naar huis.

 

In die week had ik al weer een beetje leren praten en schrijven al leek het, vergeleken met nu, achteraf nergens op maar er was een begin. Ook was ik weer begonnen met gitaar spelen omdat mijn ouders in overleg met de arts mijn gitaar hadden meegebracht.

 

Nadat ik een weekje thuis was geweest, begon het volgende avontuur: revalidatie-centrum Klimmendaal. Daar was ik intern. Aanvankelijk was ik ervan overtuigd dat ik daar mijn school ging afmaken, omdat ik nog maar 1 jaar moest op Hogeschool Van Hall Larenstein. Dit was niet het geval. De opname was noodzakelijk, wilde ik überhaupt mijn opleiding kunnen voltooien. 29 augustus 2005 ben ik daar opgenomen in groep 8 (mensen met niet aangeboren hersenletsel, NAH). De groep bestond eveneens uit 8 personen. Het gezelschap was zeer divers. Er was iemand bij waarvan tijdens een operatie de aorta was gescheurd; een jongen van 12 die met de fiets was aangereden en daar spastische bewegingen aan had overgehouden en een man van 42 met een hersenbloeding die slecht kon lopen en die zijn korte termijngeheugen kwijt was. Een jongen van 15 had, net als ik, een hersenbeschadiging en kon daardoor weinig tot niets. Toen besefte ik dat ik echt geluk heb gehad, dankzij jullie. Ik kon praten, schrijven en inmiddels weer goed lopen. Dankzij de oefeningen leerde ik de regels van de spraakkunst weer toepassen en werd mijn zinsopbouw steeds beter. Rekenen lukte in het begin niet al te best, maar daar werkten we elke dag aan. In de weekenden mocht ik naar huis. Door de week had ik elke avond bezoek. Mijn vriendin kwam altijd dinsdag, mijn broers op woensdag en mijn ouders 's maandags. De donderdag was voor vrienden of familie.

 

Op Klimmendaal deed ik veel aan sport. Daardoor begon de ICD mee te bewegen en langs de huid te schuren, zodat hij op een gegeven ogenblik door de huid heenkwam. Dat was foute boel. Ik moest opnieuw worden opgenomen in ziekenhuis Rijnstate. Dat was een rare ervaring. Een paar maanden eerder lag ik hier nog op de IC en nu kwam ik er omdat er iets mis was met een ICD waarvan ik voor die tijd nog nooit had gehoord. Het verwijderen van de ICD was geen pretje. Het apparaat was al wat verkleefd zodat het niet meeviel om het los te maken en de plaatselijke verdoving was snel uitgewerkt. Voordat de andere ICD geplaatst kon worden, moest eerst de oude wond dicht zijn. Dat duurde erg lang, bijna tweeënhalve week. Na de operatie moest ik nog een weekje blijven zodat het bijna een maand duurde eer ik weer thuis was.

 

Een aantal dagen later ging ik terug naar Klimmendaal voor verder herstel. Schrijven en rekenen gingen steeds beter en ook cognitief maakte ik goede vorderingen. Daarom kon ik 10 januari 2006 worden ontslagen.

 

Maar ik moest nog een jaar naar school. Met behulp van Rudi Segers van de muziekvereniging Excelsior waar ik lid van ben en Harry van Rosmalen, mijn schooldecaan, hebben we toen een constructie gevonden om alsnog af te studeren. Ik zal jullie niet vermoeien met IB-Groep, UWV, gemeente en het CIZ. Allereerst heb ik voor twintig uur stage gelopen bij gemeente Lingewaard. Dit ging redelijk goed maar de computer, veel geluid en drukte waren mijn grootste vijanden. Daar kon ik echt niet tegen. Dit is nu ook nog wel een beetje zo al kan ik er in veel gevallen rekening mee houden. Nadat ik de stage met succes had afgerond,moest ik nog een keuzevak doen. Dat heb ik ingevuld door het schrijven van een Beheer & Onderhoudsplan voor het Junior College in Bemmel. Voor mijn afstudeerscriptie kon ik terecht bij de gemeente Rijnwaarden en nadat deze als voldoende was beoordeeld, had ik mijn zwaarbevochten titel van ING binnen. Niet om ermee te patsen, maar meer omdat ik zelf weet wat ik er allemaal voor heb moeten doen.

 

Tussen de bedrijven door had ik mijn oude leventje langzamerhand opgepakt, zij het met beperkingen. Ik voetbalde weer al speelde ik nog geen wedstrijden. Maar wel woonde ik de trainingen bij en verzorgde de warming-up wat ik nu ook nog doe. Ook speelde ik weer trombone. Mijn uithoudingsvermogen werd geleidelijk aan steeds beter. Ik was er weer bijna...

 

Nu nog werk. Tijdens mijn stage bij gemeente Lingewaard had ik intern gesolliciteerd. Ik mocht op gesprek komen maar ik werd niet aangenomen omdat men iemand zocht voor 40 uur en 30 uur het maximum is wat ik toen aankon. Die situatie herhaalde zich bij de andere instanties waar ik stage had gelopen. Hoewel ze wisten wat mij was overkomen, lieten ze me toch op gesprek komen. Nodig me dan niet uit en maak iemand anders blij met een dooie mus. Uiteindelijk was ik het beu om te schrijven want het was steeds hetzelfde liedje.

 

Een vriend maakte me attent op een vacature voor Consulent Riolering bij het Waterschap Rijn en IJssel. Tijdens mijn mbo-opleiding had ik al eens bij Waterschap Reest en Wieden stage gelopen en dat was me wel bevallen. Daarom belde ik op omdat ik het met schrijven wel gehad had. Ik legde uit wat mij overkomen was en dat ik mijn beperkingen had maar dat ik de baan dolgraag wilde hebben. Ik zou teruggebeld worden en dat gebeurde diezelfde dag nog: ik mocht op gesprek komen. Eind juli 2007 vond het gesprek plaats. Men wilde het wel eens proberen. Dat was echt een opluchting. Iemand die interesse toont en je een kans wil bieden op de arbeidsmarkt. Je doet weer mee in de maatschappij. YES!

 

Na Loose kermis ben ik bij het waterschap begonnen voor vier maanden. Eind november heb ik gevraagd hoe de vlag erbij stond voor 2008. Men wilde mij nog graag een jaar zien. Gaafffffffff. Eind 2008 heb ik hetzelfde gevraagd. De directie wilde mij wel voor vast aanstellen maar dat was alleen mogelijk via een tijdelijke aanstelling voor 32 uur die bij goed functioneren zou kunnen worden omgezet in een vaste betrekking. Dat is in januari 2010 gebeurd en zelfs voor 34 uur en dat niet meer als consulent maar als adviseur. Ik denk dat dit aantal uren wel het maximum is dat ik aankan, al gaat het wel steeds beter met me. Dankzij jullie was dat niet gelukt; had ik hier niet eens achter de computer gezeten.

 

Al die tijd zijn Karin en mijn familie er geweest om mij te steunen. Dit was niet altijd even gemakkelijk want ten gevolge van het zuurstofgebrek was mijn karakter veranderd. Ik werd snel boos en was eigenwijs. Zo deed ik bijvoorbeeld niet leuk als mensen in het ziekenhuis, in Klimmendaal of thuis op bezoek kwamen. Desondanks bleven de maatschappelijk werkster van Klimmendaal, mijn ouders en broers maar vooral Karin erop vertrouwen dat het ook op dit punt goed zou komen en ze hebben gelijk gekregen.

 

Nadat ik mijn studie had afgerond, zijn Karin en ik een huisje voor ons tweeën gaan zoeken omdat we wilden gaan samenwonen. Vooraf hadden we elkaar wel beloofd dat we zouden leven als volwaardige partners en dat Karin niet mijn verzorgster zou worden. Uiteindelijk kregen we in december 2007 een woning in Loo en dat is na veel uurtjes klussen ons stekkie geworden.

 

Op kerstavond 2009 heb ik Karin ten huwelijk gevraagd. We hadden en hebben het een en ander meegemaakt maar zij is mij altijd blijven steunen. Door het samenwonen leer je elkaar echt kennen. 15 oktober 2010 zijn we in Loo getrouwd. Dat ik zo ver heb kunnen komen, heb ik mede aan jullie te danken. Een brief zegt niet zoveel. Graag zouden wij daarom jullie verhaal willen horen onder het genot van een kopje koffie of wat anders. Al is het 5 jaar geleden, ik ben jullie nog elke dag dankbaar dat ik weer mag werken, muziek maken, sporten, autorijden, maar vooral mag genieten van de kleine dingen en er echte vrienden aan over heb gehouden.

 

Met een heel dankbare groet,

Rick Janssen en Karin Kampschreur.

Lees meer

Open archief (4 artikelen)