Dragers (jongeren en kinderen)

Rene Kranen (oktober 2012)

Ik heb er alle vertrouwen in dat ik weer de oude word

 

10 oktober 2009 is een datum die ik nooit meer vergeet. Het is de dag die mijn leven heeft veranderd, soms in positieve maar soms ook in negatieve zin.

 

Ik had al een maand last van mijn ribbenkast omdat ik een maand daarvoor tijdens het voetballen een knietje had gekregen. Die dag moest ik in Dinxperloo weer een thuiswedstijd spelen. Ik was de keeper van het elftal. Ik had het idee dat de pijn in mijn ribbenkast zich had verplaatst van de linkerkant naar het midden. Daarom besloot ik om voor de wedstrijd maar een pijnstiller te nemen.

 

De wedstrijd verliep erg gemakkelijk voor mij. Ik had niets te doen in de goal. Maar toen ik op een gegeven ogenblik een bal wilde pakken die achter de doellijn was beland, werd ik heel even duizelig. Misschien duurde het maar een seconde of nog minder. Daarna voelde ik heel veel klappen op mijn borst. In de verte hoorde ik stemmen maar ik kon niet bewegen. Ik kreeg bijna geen lucht. Ik had een hartstilstand. Drie mensen waren mij aan het reanimeren: een goede vriend, een teamgenoot waar ik jarenlang mee had gevoetbald en een toeschouwer. Binnen 90 seconden hadden ze een AED aangesloten.

 

Na de eerste shock van de AED kwam ik bij. Ik kwam even omhoog maar sloeg alles van me af en zakte weer weg. Daarom diende men een tweede shock toe. Toen die resultaat had, stond er al een ambulance klaar om me naar het ziekenhuis te brengen.

 

Inmiddels waren er tien minuten verstreken. In die tijd hadden teamgenoten mijn vriendin opgehaald en oppas geregeld voor mijn zoontje van een jaar oud. Daardoor kon ze in de ziekenwagen met mij mee naar het ziekenhuis in Arnhem. Dit was zeer belangrijk voor mij want in dit soort omstandigheden gaat echt alles langs je heen. Van de onderzoeken in het ziekenhuis weet ik bijvoorbeeld weinig meer. Ik was misselijk, moe en ik wilde alleen maar slapen.

 

De bedoeling was om mij meteen na aankomst (50 km in 20 minuten) te dotteren maar uiteindelijk bleek dat dit niet nodig was. De artsen constateerden dat ik een lekkende aortaklep had. Mijn hart was behoorlijk vergroot en dat gaf aan dat de lekkage al heel lang bestond. ‘Heb je daar nooit iets van gemerkt’, vroeg de cardioloog daarom zeer verbaasd. Ik vertelde hem dat ik als kind al hartproblemen had. Men voorspelde aanvankelijk dat ik maar zes weken oud zou worden want er bevond zich een opening tussen de linker- en rechterhartkamer. Later kreeg ik te horen dat die opening dichtgegroeid was. Tot mijn tiende jaar ben ik onder controle van een kinderarts gebleven. Ik onderging diverse hartonderzoeken maar nooit merkte iemand de lekkende aortaklep op. Na dit ongelooflijke verhaal keek de cardioloog zo mogelijk nog verbaasder.

 

Nadat was vastgesteld dat de aortaklep vervangen moest worden, werd ik dezelfde avond nog overgebracht naar het ziekenhuis in Doetinchem om aan te sterken. Nadat ik drie dagen op de Hartbewaking had gelegen en bijna een week op de Hartafdeling werd ik met een ‘bewaakte’ ambulance overgebracht naar Enschede voor de hartoperatie.

 

Daar heb ik de volgende dag een nieuwe aortaklep gekregen. Ik heb gekozen voor een kunstklep. Het nadeel daarvan is dat je verder je hele leven vastzit aan bloedverdunners. Dat geldt niet voor een biologische of dierlijke hartklep maar die heeft als nadeel dat hij gemiddeld maar 10 jaar meegaat. De consequentie is dat je dan nog een aantal operaties in het verschiet hebt en dat wil ik niet.

 

Na de operatie dachten de artsen aanvankelijk dat ik geen ICD nodig had omdat mijn hart volgens hen een stuk kleiner was geworden. Ik zou snel naar huis mogen maar omdat ik een griepvirus had opgelopen moest ik een dag langer blijven. Daarna mocht ik naar huis. Tenminste dat dacht ik want een uur voordat ik zou vertrekken kreeg ik te horen dat uit de gemaakte foto’s was gebleken dat mijn hart nog wel vergroot was en dat de artsen uit voorzorg een ICD wilden implanteren. Dat betekende uiteindelijk drie dagen langer blijven. Daarna werd ik echt ontslagen. Ik had schoon genoeg van ziekenhuizen en was dolblij dat ik naar mijn vriendin en mijn zoontje mocht.

 

Nadat ik twee dagen binnen had gezeten, heb ik voor het eerst een wandeling gemaakt. Het was een geweldige ervaring ook al ging het maar over 200 meter. Zelfs de overbuurman stond voor het raam te juichen. Overigens waren die eerste weken geen pretje. Ik mocht alleen lopen en zitten dus het was hele dagen tv-kijken. Om gek van te worden. Je wilt graag iets doen maar je moet alles uit handen geven. Ik mocht mijn handen niet boven mijn schouders tillen omdat anders de draden van de ICD los zouden kunnen gaan. Het hele huishouden en de verzorging van mijn zoontje - ik mocht hem niet eens optillen - kwamen dus neer op mijn vriendin. ’s Middags moest ik een middagdutje gaan doen. Ik voelde me geen 36 maar 70.

 

Na zes weken mocht ik fietsen en kon ik iets meer ondernemen. In december 2009 mocht ik beginnen met de hartrevalidatie in het ziekenhuis. Hier had ik erg veel zin in. Ik begon heel rustig met lopen en fietsen maar geleidelijk aan werd het tempo opgevoerd. Na twee maanden ben ik met de revalidatie gestopt en heb ik het gewone sporten weer opgepakt. Ik wilde zo snel mogelijk op mijn oude niveau komen. Dat betekende zo snel mogelijk weer op het veld staan, volledig werken en thuis alles doen. Mijn cardioloog had gezegd, dat ik fitter zou worden dan voor de operatie en dat wilde ik zo snel mogelijk waar maken. Achteraf misschien wel te snel.

 

In februari 2010 heb ik mijn werk weer opgepakt en in maart 2010 ben ik weer begonnen met voetballen. Daardoor liep ik een maand later een bloeduitstorting op in mijn bovenbeen. Ik had de nadelen van het gebruik van bloedverdunners volledig onderschat. Ik moest een week in bed blijven want ik kon niet op mijn rechterbeen staan. Als iemand naar mij vroeg, wees mijn zoontje naar de slaapkamerdeur en zei: ‘Papa.’ Dat zette me aan het denken. Dit wilde ik niet. Ik had het afgelopen jaar meer dan genoeg op bed gelegen. Ik besloot om te stoppen met voetballen en in plaats daarvan maar veel te gaan fietsen.

 

Rene Kranen (oktober 2012):

“Als iemand naar mij vroeg, wees mijn zoontje naar de slaapkamerdeur en zei: ‘Papa’”

Sinds april werk ik opnieuw fulltime. Dat was eigenlijk vrij snel. Ik heb dat mede te danken aan mijn baas/ploegchef die mij vrijliet in het bepalen van mijn werktijden. Ik merk nog wel dat ik op het einde van de dag minder fit ben dan voor mijn hartstilstand. Toch heb ik er alle vertrouwen in dat ik weer de oude word.

 

Interessant om te vermelden is misschien ten slotte dat ik als hartpatiënt en ICD-drager samen met de mensen die mij gereanimeerd hebben, benaderd werd om mee te werken aan het programma Nieuwsuur. Het filmpje is te zien op www.dplnieuws.nl onder het kopje ‘DSVZ in Nieuwsuur over hartfalen bij sporters’.

Lees meer

Open archief (4 artikelen)