Partners

Annette Barendregt (april 2010)

Een dag als alle andere

Dinsdag, 6 mei 2008, een dag als alle andere. Peter ging 's morgens om 6 uur de deur uit nadat hij me gezoend had. Hij werkte als isoleerder bij BIS Industrial Services in Zwartewaal, maar op het terrein van Shell in Pernis. "Dag, schatje", zei hij en trok de deur achter zich dicht. Ik sprong onder de douche, want ik had een druk programma voor de boeg. Allereerst moest ik naar de tandarts. De zon scheen en rijdend door Brielle zag ik een leuk cadeautje voor een jarige. Even gauw naar huis om mijn portemonnee te halen. Toen ik de deur opende, hoorde ik de telefoon gaan. Ik twijfelde of ik hem op zou nemen. Mijn mobieltje stond aan, dus als het dringend was... Maar nieuwsgierig als ik ben, liep ik toch maar even naar binnen.

 

"Goedemorgen, mevrouw Barendregt. U spreekt met Sandra van BIS. Ik dacht nog: "Goh, zou er iets niet goed zijn met de vrije dagen die Peet opgenomen heeft; waarom bellen ze dan hem niet?" Maar Sandra zei dat ze niet zo'n goed nieuws voor me had. Peet had een hartstilstand gehad. Hij was met een ambulance onderweg naar het ziekenhuis en ze zou me op komen halen. Ik wilde zelf rijden, maar dat mocht niet van haar. Ik bleef erg rustig, alsof ik in een soort shocktoestand verkeerde. Ik belde een paar mensen op, pakte mijn tas en ging buiten op Sandra zitten wachten. We wonen in een soort doolhofwijk, dus dan kon ik haar zien aankomen. Mijn buurvrouw kwam naast me zitten en toen huilde ik een beetje, maar eigenlijk drong het allemaal niet tot me door.

 

We moesten naar het ziekenhuis in Spijkenisse. Na een tijdje vroeg ik aan Sandra: "Leeft hij eigenlijk nog wel?" Ik had er namelijk geen idee van hoe Peter eraan toe was. Ze belde naar een collega van Peet die meereed in de ambulance. Die vertelde dat hij onderweg nog twee keer een hartstilstand had gehad en dat ze doorreden naar het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Weer moest ik iedereen bellen om door te geven dat ze naar het EMC moesten rijden.

 

Ik raakte volledig in paniek. Ik wilde zo snel mogelijk bij Peter zijn en gaf Sandra allerlei aanwijzingen voor kortere routes. Als twee kippen zonder kop zochten we in het EMC naar de IC-afdeling. Uiteindelijk kwamen we in een wachtruimte met twee tafels, een kapotte koffiemachine en wat stoelen. Daar zaten al collega's van Peet, zijn bazen, mijn vader en de zijne. Ik hoorde dat hij op de OK was want hij werd gedotterd en kreeg een stent. Ik barstte in huilen uit. Ik was zo bang dat hij dood zou gaan. Wat moest ik zonder hem? Tot nu toe waren we altijd samen geweest. We hadden geen kinderen en we waren bijna 25 jaar getrouwd.

 

Na een paar uur kwam Peet van de OK en werd zijn lichaam gekoeld tot 33 graden. Ik mocht bij hem maar eerst moest ik toestemming geven voor een onderzoek dat ze deden bij patiënten zoals hij. Daarbij kreeg hij iets onder zijn tong. Daarmee konden ze bepaalde metingen verrichten en aan de hand van die gegevens konden ze weer andere mensen op dezelfde manier helpen. Huilend stemde ik toe maar ik liet de dokter plechtig beloven dat hij ervoor zou zorgen dat Peter er geen last van had. Hij was al ziek genoeg. Hij lag aan de monitor op een koelmatras, werd beademd, kreeg via een infuus in zijn arm 7 soorten medicijnen en lag vastgebonden omdat hij erg onrustig was. Het was vreselijk om te zien.

 

Inmiddels was iedereen al naar huis. Mijn schoonzus had om 19.00 uur een broodje en een flesje water voor me gehaald, want ik had sinds die ochtend niets meer gegeten en heel weinig gedronken omdat de koffiemachine kapot was. Ik wilde niet weg. Desnoods wilde ik hier in het ziekenhuis op die banken slapen, want Brielle - Rotterdam is toch een eind en ik wilde niet dat hij alleen zou zijn wanneer er wat gebeurde. Maar de dokter verzekerde me dat het geen nut had om te blijven. Peter zou voorlopig toch niet wakker worden. Maar ik mocht altijd bellen en de volgende ochtend meteen terugkomen.

 

Verdwaasd zat ik in de taxi terug naar huis waarin ik nog ruzie kreeg met de chauffeur ook. Hij wist niet waar Brielle was en wilde niet terugrijden als mijn telefoon af zou gaan. Eerst moest hij van de werkgever van Peter toestemming hebben voor de betaling. Sommige mensen snappen echt niet tot wat je op zo'n moment in staat bent als je je zo voelt als ik. Maar teruggegaan hádden we hoor; wat ik er ook voor had moeten doen. Thuis zat ik verdwaasd tussen de dingen die ik die morgen had achtergelaten. Alles zag er anders uit. Ik ben op bed gaan liggen met de telefoon in mijn hand en heb geen minuut geslapen.

 

Woensdag, 7 mei 2008. ‘s Morgens om 6 uur zat ik weer in het EMC wat me een uitbrander opleverde van de zuster. Maar het maakte me niks uit, ik MOEST bij Peter zijn. De dokter zei dat hij niet wist of hij nog wakker zou worden en zo ja: hoe hij wakker zou worden. Door zuurstofgebrek kon hij een hersenbeschadiging opgelopen hebben. Wachten, wachten, wachten. Deze keer kreeg ik gezelschap van een hele Turkse familie, schatten van mensen. Ze leefden heel erg met me mee, ondanks hun eigen zorgen. Niemand zit daar voor de lol.

 

Vanwege de meivakantie kwam er weinig bezoek bij Peet. Ik had één broer in Turkije, één in Spanje en een zus die in Frankrijk in de zon zat. Nog steeds snap ik niet waarom ze niet terugkwamen. Ik zou à la minute naar Nederland zijn teruggekeerd zijn als er met één van hen zoiets gebeurd zou zijn. Gelukkig had ik heel veel aan mijn schoonvader, die elke dag voor me kookte en bij wie ik altijd welkom was voor wat dan ook.

 

De dag daarop waren de zus van Peet en ik er weer zo vroeg. De zuster kwam binnen en straalde van oor tot oor. "Hij wordt wakker", zei ze. We huilden van geluk. We moesten nog even wachten maar toen mochten we bij hem. Mijn zon begon weer te schijnen. Hij lachte een beetje naar me en zond me een kushandje toe. Voorzichtig vertelden we wat er gebeurd was. Hij had geen idee en snapte er niks van. Daarna waren de bezoekuren een feestje, want elke dag ging Peter verder vooruit. Hij maakte grapjes, had praatjes, genoot van de aandacht en de verzorging. Geen enkele klacht kwam over zijn lippen. Echt zoals hij altijd is.

 

Op vrijdag 9 mei werd hij overgebracht naar het Ikazia Ziekenhuis in Rotterdam want op de IC van het Erasmus had men zijn bed nodig. Gedurende het weekend dat volgde kwam de collega op visite die bij Peter was toen het gebeurde en die zijn leven had gered. Hij vertelde, dat hij een doffe dreun hoorde, achter zich keek en Peet op de grond zag liggen. Hij zei tegen zijn Joegoslavische collega dat hij hulp moest halen. Zelf is hij de hele tijd tegen Peter blijven praten en heeft hem vastgehouden. Gelukkig was er op dat moment bij Shell een oogronde aan de gang. Operators lopen dan tussen de tanks door om te kijken of alles nog in orde is. Meteen waren twee collega's begonnen met reanimeren terwijl de derde de AED was gaan halen. Daarna hadden het personeel van de brandweer en de berijder van de motorambulance die inmiddels waren gearriveerd, het van hen overgenomen. Als Peter deze hartstilstand thuis had gekregen, zou hij die niet hebben overleefd. Het horen van het ware verhaal werd Peet te veel en hij belandde opnieuw voor een dagje op de IC. Hij weet zich trouwens vanaf de zondag voorafgaande aan zijn hartstilstand niks meer te herinneren. Daarna mocht hij naar huis, maar weer ging het mis. Al een paar uur later moest ik 112 bellen omdat hij zich helemaal niet goed voelde. Gelukkig was zijn ziekenhuisverblijf toen kortstondig.

 

Het was dat jaar een prachtige zomer. Daar hadden we geluk mee, want nu konden we elke dag lekker een stukje lopen. Peter moest van de dokter in beweging komen en hoewel ik het doodeng vond, moest ik hem erop uit sturen. Altijd ging ik mee. Om te beginnen tot de eerste boom en de volgende dag weer eentje verder. Daarna proberen te fietsen. Nog later zwemmen, want het was zo'n zalig weer elke dag. En voorlopig twee keer per week gedurende zes weken naar het Ikazia Ziekenhuis voor cardiofitness. Ik moest natuurlijk mee omdat hij geen auto mocht rijden. Die cardiofitness heeft Peter het beste geholpen om er boven op te komen. Ze hadden een hele leuke groep. De lachsalvo's waren niet van de lucht.

 

(invoegen): streamer: In het begin werd ik heen en weer geslingerd tussen babysit en bitch

 

Vanwege de goede medische begeleiding durfde Peet veel meer te doen en dat gaf mij de mogelijkheid om hem ook thuis te laten bewegen. Anders ben je toch bang dat je hem te hard pusht en dat er door jouw schuld dingen verkeerd gaan. Tegen de dokter heb ik ooit verteld dat ik heen en weer geslingerd werd tussen babysit en bitch. Ik wilde lief voor hem zijn vanwege het gebeurde maar als ik te lief was lag hij alleen maar op de bank. Dus moest ik soms wel bitcherig doen om hem naar buiten te krijgen.

 

Het volgende was trouwens wel grappig: ik heb overgewicht en Peet heeft een normaal postuur. Als we in de wachtkamer zaten en zo'n verpleegster ons binnenriep, zei ze soms aarzelend: "Barendregt?" Terwijl ze dat zei, zag je ze op het dossier kijken, want daar stond "meneer" op. Je zag ze denken: "Moet dat niet mevrouw zijn?" Soms vroegen ze het zelfs.

 

Zo'n vooroordeel is onterecht. Niet alleen dikke mensen krijgen hartproblemen. Ook magere! Peters moeder had maat 36, toen ze op 51 jarige leeftijd overleed aan een hartstilstand! Misschien een lesje voor het medisch personeel?

 

In september moesten we voor de laatste keer naar het EMC. Dat dachten we tenminste. Maar omdat Peters moeder ook aan een hartstilstand was overleden, had er een erfelijkheidsonderzoek plaatsgevonden. Daaruit was gebleken dat ook bij Peter die nu 48 was, kans bestond op herhaling. Uit voorzorg raadden de artsen daarom de implantatie van een ICD aan.

 

We schrokken er heel erg van. De implantatie zou grote gevolgen hebben voor Peter in verband met zijn werk. Met een ICD kon hij zijn functie niet meer uitoefenen want hij mocht niet meer op hoogte werken en niet in de buurt komen van magnetische velden. En als isoleerder is dat bij Shell dagelijkse kost. We hadden opnieuw grote zorgen voor de toekomst. De economische crisis was ook aan Peters bedrijf niet voorbij gegaan en wat moesten ze met een werknemer die zijn werk niet meer uit mocht voeren? Maar wat moesten we anders? We hadden geen keus. Ja dus.

 

De ICD werd geplaatst. Het viel Peter niet mee. Ik hoor hem nooit klagen, maar dit had heel erg veel pijn gedaan. Hij genas snel, kreeg ook snel zijn rijbewijs terug en na een tijdje fysiotherapie kon hij ook zijn arm weer goed gebruiken. Daarna begon het re-integratie traject, want ze wilden hem bij BIS niet kwijt. Hij werkte er al sinds 1986 en ik denk naar tevredenheid, want alles werd in het werk gesteld om een andere functie voor hem te vinden. Psychologische testen en veel gesprekken. Onzekerheid en angst wisselden elkaar af in ons leven.

 

Vroeger had ik wel eens gemopperd omdat hij zo vaak achter de computer zat maar dat was nu ons geluk. Op kantoor zochten ze namelijk een calculator. Peet kende de terminologie van de werkzaamheden en wist hoe bestellingen in zijn werk gingen. De pc was een eitje voor hem en zie daar: een nieuwe fulltime baan, voor onbepaalde tijd, zonder proeftijd! Wel moest hij salaris inleveren, maar pffft..........als dat het ergste was? Na alles wat we hadden meegemaakt, was dat het minst belangrijk.

 

Tot nu toe (april 2010) zijn de ICD-controles allemaal positief, maar minder leuk is dat Peter zelf veranderd is. Geestelijk is hij niet meer dezelfde als voor het infarct. Hij is agressief tegen mij. Niet fysiek, maar in woorden. Dat was hij vroeger nooit. Het maakt me niet veel uit. Ik ben blij dat hij er nog is. Als het te erg wordt roep ik hem tot de orde, waarna het weer een tijdje beter gaat. Hij realiseert het zich dus wel dat hij het doet en vindt het ook vervelend. Dat is een voordeel. Het maakt hem er alert op. En aangezien hij er zelf niks aan kan doen en ik weet dat het niet komt door iets wat ik doe, is het wel te verdragen. Als het te gortig wordt ga ik lekker foto's maken, want dat is mijn hobby. Gelukkig ben ik nu weer zo ver dat ik hem alleen durf te laten. Behalve als hij erop uittrekt voor zijn hobby - zeevissen - mag hij van mij niet alleen weg. Verder heeft hij altijd zijn mobiel aanstaan, zijn nitrospray (voor onder zijn tong) op zak en zijn ICD-pasje in zijn portemonnee.

 

Ondertussen heb ik wel geleerd dat je in het leven toch niet alles vóór kunt zijn. Peet had al anderhalf jaar voor zijn infarct klachten maar de doktoren zeiden - we zijn zelfs bij meerdere ziekenhuizen geweest - dat die veroorzaakt werden door zijn maag. Daar kreeg hij medicijnen voor. In het EMC vroeg ik later aan de cardioloog die hem behandelt wie er nou een fout had gemaakt. Ik zag mezelf al bij "Medische missers" zitten om mijn verhaal te doen en advocaat Spong in de arm nemen voor een mega schadevergoeding. Maar de arts antwoordde: "Mevrouw, al had uw man hier gisteren een fietstest gedaan en was hij helemaal door de molen gegaan, dan hadden we nog niet kunnen voorkomen wat er met hem is gebeurd". Waarvan acte!

 

In december 2008 ben ik 50 geworden en waren we 25 jaar getrouwd. Om iedereen te bedanken die ons en vooral Peter zo goed geholpen hadden hebben we toen een groot feest voor wel 60 man gegeven. We kregen geld cadeau voor het kopen van een mooie flatscreen tv. Die herinnert me er steeds aan in wat voor rollercoaster scenario ik dat jaar heb gezeten. Ik wist altijd al dat je moet genieten van het leven. Daar heb je geen hartstilstand voor nodig. Het enige wat ik ervan geleerd heb is: Je moet nooit alles maar heel "gewoon" vinden. Je leven kan van de ene op de andere seconde veranderen en dan wordt het nooit meer "gewoon." Leef bewust!

Lees meer

Open archief (1 artikel)