Partners

Ria Sterks-van Vught (juli 2006)

Hoe ons leven van de ene dag op de andere veranderde

Nu, meer dan anderhalf jaar nadat het gebeurd is, voel ik behoefte om anderen ons verhaal te laten lezen. De vorm is zoals ik dat aan Gijsbert vertel.

Laat ik ons eerst even voorstellen: Wij zijn Gijsbert / Gijs (toen 54 jaar) en Ria Sterks (52 jaar). Kerngezond, veel wandelen en fietsen. Gijsbert had alleen al 20 jaar hoge bloeddruk. Onze kinderen, twee zoons zijn al een aantal jaren de deur uit en wonen samen. Wij genoten van onze vrijheid en deden samen leuke dingen.

Tot 13 november 2004: we hadden de tuin winterklaar gemaakt en bloembollen geplant. ’s Middags zoals altijd naar je moeder, maar eerst nog een cadeau kopen voor haar verjaardag. Bij moeder koffie gedronken en wat in de tuin gewerkt; ik ging even naar een vriendin. Tot zover niks aan de hand, tot ik een telefoontje kreeg of ik naar huis wilde komen (we lachten er nog mee).

Toen ik thuiskwam bleek je je onwel te voelen, spierpijn in de schouder, transpireren, bleek. Op jouw verzoek heb ik de huisartsenpost gebeld. Je hebt de arts zelf nog aan telefoon gehad hoewel dat heel zwaar voor je was. Onze jongste zoon was inmiddels gekomen. Je zat op de bank, viel om en je ogen draaiden weg. Wij schrokken enorm en hebben geschreeuwd en je in je gezicht geslagen, maar geen reactie. Er gebeurde iets met mij, vraag me niet wat, maar ik begon met reanimeren en onze zoon belde 112. Er was veel paniek. Onze zoon rende heen en weer tussen jou en het raam op de uitkijk voor de ambulance. Ik had daar zelf niet zo’n erg in, was alleen maar bezig met reanimeren. Hoelang weet ik niet meer. Op een gegeven moment kwamen de huisarts en de ambulance voor mijn gevoel gelijktijdig en die namen het over. Ze hebben je 5 keer gedefibrilleerd voordat je stabiel was en vervoerd kon worden.

Als of ik in een film zat, zoals het verkeer op zo’n ambulance reageert. De auto’s vlogen alle kanten op en bij het ziekenhuis stond iemand met een zwaailicht. Op de EHBO zijn we even bij je geweest en toen weggegaan want je zou verder verzorgd worden en naar de hartbewaking gebracht worden; een half uurtje wachten werd er gezegd, maar het leek uren te duren.

Naderhand hoorden we dat je in de ambulance 2 keer en op de EHBO nog een keer was gedefibrilleerd. Tijdens een gesprek met de zaalarts (geen sympathieke man) werd verteld dat je behandeld werd als met een infarct omdat daar sporen van in het bloed gevonden waren. Dit bleken naderhand de zelfde sporen te zijn als die bij reanimeren vrij komen. Je lag op de IC, dit in verband met de beademing. Je lichaam was rondom in ijsblokjes gelegd om de lichaamstemperatuur terug te brengen naar 33 à 34 graden, dit om zuurstof te sparen voor alle organen en de hersenen. Dit moest 24 uur. Je lag aan allerlei toeters en bellen en kreeg antibiotica uit voorzorg tegen een mogelijke longontsteking. Er volgden voor ons als gezin en familie 24 spannende uren waarin we niks konden doen als wachten en denken: “Hoe kom je hieruit? Wat is er mogelijk beschadigd, hoe vlug ik ook gehandeld heb?” Het is niet te beschrijven wat er allemaal door je heen gaat.

Al voordat de 24 uur om waren, deed je pogingen om zelf weer iets te doen, onrustig, je maakte bewegingen. Dit waren goede voortekenen. Het was “O zo fijn” om je lichaam weer warm te voelen worden. De beademing zou er na de ochtendwisseling af gaan, maar je had de slang zelf al los getrokken en toen wij bij je kwamen, deed je je ogen open en kneep je in mijn hand. Wij waren hier al heel blij mee; je had geweldig geknokt. ’s Avonds was je heel onrustig, maar je kende ons allemaal. Je moest nog wel veel slapen.

Op dinsdag zat je “rechtop in bed”. Bijna alle toestanden waren er af. Je wilde weten wat er gebeurd was en we hebben dat verteld. Je wist namen, datums, waar je werkte, hoe oud je moeder werd die jarig was. Geweldig, dit leek allemaal goed. Jouw reactie op het reanimeren was: “Dat heb je goed gedaan”. ’s Avonds hebben we al weer grapjes gemaakt en je berustte erin dat je moest blijven. “Als je iets aan je hart hebt, hoor je op de hartbewaking”, waren jouw woorden. Woensdagochtend belde je mij op voor je bril en je horloge. Ik wist niet wat ik hoorde; zo ziek en zo ver weg geweest en dan zo helder

 

Toen ik die kwam brengen, vertelde je dat je naar de zaal ging en dat het geen infarct was geweest maar een hartstilstand en dat je waarschijnlijk een ICD kreeg. Wij wisten al wat dat was, want een schoonzus heeft er ook een. Achteraf gezien had je twee en vier weken voordat dit gebeurde ook al wat symptomen zoals duizeligheid en transpireren vertoond.

Vanaf het moment dat je op de zaal kwam, begonnen jouw herinneringen weer. In jouw geheugen bevindt zich een gat vanaf zaterdag 12 uur tot en met woensdagochtend. Daar heb jij het heel moeilijk mee gehad. Dat er iets is gebeurd waar jij geen controle over had en dat je gezin, familie, buren, vrienden, collega’s enzovoorts zo over jou ingezeten hebben en dat jij dat niet wist. Samen hebben we een reconstructie gemaakt van wat er is gebeurd, zodat je je dit een beetje eigen kon maken.

Er volgde een periode van in totaal 4 weken van wachten en onderzoeken in het ziekenhuis. Dat het zo lang duurde vond je niet erg, want je had die tijd nodig om alles te verwerken. Uiteindelijk bleek dat er geen verstoppingen waren en dat er ook geen sprake was van een hartinfarct. Je hart, de pomp, was er zo maar mee gestopt. Ik ben heel blij dat ik je heb kunnen redden en dat er zowel lichamelijk als geestelijk geen beschadigingen zijn. 

Je hebt ook nog 2 weken in het UMC gelegen waar weer onderzoeken werden gedaan. o.a. een EFO onderzoek. Daarbij lukte het om de storing opnieuw op te wekken en ben je weer gedefibrilleerd. Uiteindelijk kreeg je net voor de Kerst je ICD en mocht je na 6 weken naar huis.

Er volgde een emotionele thuiskomst, kerst en oud en nieuw. Eindelijk had ik je weer thuis. In die periode waren er heel veel lieve mensen om ons heen die belden, bloemen, kaarten, brieven en e-mails stuurden of langs kwamen. GEWELDIG ALLEMAAL. 

In het nieuwe jaar probeerden wij ons leven weer een beetje op te pakken, en dat viel niet mee. Het leek wel of we alles opnieuw moesten beleven. En dan het elkaar los laten, erop vertrouwen dat er niks gebeurt, want daarvoor had je de ICD! Zelf dacht je in februari weer te beginnen met werken. Technisch kon dat ook. Maar in ons hoofd was er heel wat gebeurd, ook voor mij. Wij zaten samen in het verwerkingsproces. Je hebt vrij lang last gehad van een onregelmatige hartslag en dat was heel vervelend. De cardioloog was heel technisch: “Als er iets gebeurt, grijpt de ICD in”; klaar, punt.

In april ben je voorzichtig begonnen met werken en dat viel heel erg tegen. Je werd er heel moe van en had de rest van de dag nodig om bij te komen. We zijn al wel lekker een week naar Rhodos geweest. Dit is heel goed gegaan. Wel spannend, zo van “zal er niks gebeuren?”.

Na de vakantie ben je 3 keer 3 uur gaan werken en dat is nu de grens. Wij vonden het heel moeilijk dat het niet vooruit ging en zijn met bedrijfsmaatschappelijk werk wezen praten. Daar maakten ze ons duidelijk dat die vermoeidheid kwam doordat er toch wat zuurstofgebrek geweest is. We moesten dit zien als een kneuzing in de hersenen. Die zal wel verder genezen, maar dat kan lang, lang, lang kan duren. Je moest niet in maanden denken maar misschien wel in jaren. Veertig uur per week werken moest je maar uit je hoofd zetten. We moesten kijken naar wat we nog wel konden en:  Ga maar eens “GENIETEN”.

 

 

In ons hoofd moest wel een knopje om en dat gaat zomaar niet. Je verstand zegt oké, maar je gevoel gaat daar anders mee om. De ICD heeft nog niet hoeven in te grijpen. Maar op 13 juli was je aan het wandelen en werd het weer zwart voor de ogen. Je bent niet gevallen of zo, maar wat er precies gebeurd is weten we niet, black-out? In die zelfde week raakte je ook in paniek bij het water toen de honden er niet uitkwamen. Dit alles heeft op ons een behoorlijke indruk gemaakt. Ik zelf had het heel moeilijk toen we voor de tweede keer bij maatschappelijk werk waren en rechtstreeks gevraagd werd hoe het met mij ging. Het was allemaal nog zo vers en het was niet niks wat er allemaal gebeurd was enz. Ik heb zeker een week last gehad van de beelden van het gebeuren. Erg vervelend. Je wilt dit niet maar het gebeurt gewoon en je moet het laten gebeuren. We kunnen er gelukkig erg goed over praten.

 

In de zomer van 2005 gaat het steeds beter. De meeste dagen en weken genieten we van het mooie weer en van elkaar, van het feit dat we er nog samen zijn.

 

Het werken valt je wel erg zwaar. Eind augustus zie je zelf ook in dat het niet gaat, en besluit je te stoppen. 2 dagen later, 2 september 2005, de eerste shocks van de ICD. Erger is het weer 3 dagen later. 5 september weer een shock. Onze wereld stort in. Een zware tijd volgt. We zijn zo verstandig hulp te zoeken. Toch blijkt de wereld anders dan tevoren. Je hartstilstand was eenmalig. De shocks maken dat het iets is wat elk ogenblik terug kan komen. Na een moeilijke tijd zijn we ook daar weer over heen gekomen. Werken hoeft niet meer. Vervroegd pensioen per 1 juli 2006. Gelukkig. Voor jou. Voor mij.

 

Ik heb dit verhaal geschreven eind augustus 2005. De reden dat ik dit nu pas publiceer, is dat er kort nadat ik dit geschreven had teveel gebeurde. Het heeft ons leven en dat van onze kinderen wel erg veranderd. Je bent je er veel meer bewust van hoe betrekkelijk het leven is. En dat het heel belangrijk is dat we vele lieve en luisterende, begripvolle mensen om ons heen hebben.

 

Ria Sterks-van Vught.

 

Naschrift:

Hoe het ons verder vergaat kunt u lezen op de web-log die Gijsbert bijhoudt:

 www.gijss.web-log.nl


 

Lees meer

Open archief (1 artikel)