Partners

José Woudstra (oktober 2010)

Mijn man bestreed zijn angst met antidepressiva en mindfulness.

In deze bijdrage wil ik vertellen over het omgaan met de angst die bij Walter, mijn echtgenoot, drager van een ICD, was ontstaan na het frequent krijgen van een ICD-shock. Angst is iets wat iedereen met een ICD kan overkomen, ook mensen als Walter die heel sterk en evenwichtig in het leven staan. Voor Walter en mij is het een wekenlange zoektocht geweest naar een methode om de angst te verlichten. Een erg zware periode. Hopelijk zullen anderen door dit verhaal eerder wegen naar een oplossing van hun situatie weten te vinden.

 

Walter is op 6 november 2009 op 66-jarige leeftijd overleden. Hij droeg sinds eind 2005 een ICD vanwege een hartspierziekte (cardiomyopathie, ARVD). Vanaf januari 2008 heeft de ICD totaal 14 maal terecht een shock gegeven wegens levensbedreigende hartritmestoornissen. Steeds raakte Walter hierbij enkele seconden buiten bewustzijn. Dit gebeurde op de meest uiteenlopende plekken: thuis in bed, in het ziekenhuis in de lift, op de brommer buiten, op de boot, in een vakantiehuisje. Vaak viel hij hierbij en soms liep hij ernstige verwondingen op, ook omdat hij bloedverdunnende middelen gebruikte.

 

Nadat dit ongeveer 6-7 keer was gebeurd in enkele maanden tijd is Walter in het voorjaar van 2009 opgenomen in het academisch ziekenhuis waar ook de ICD geplaatst was. Het was erg lastig om de ritmestoornissen met medicijnen te bestrijden omdat hij een aantal soorten medicijnen niet verdroeg. Ook de cardioversies (het onder narcose toedienen van uitwendige shocks in het ziekenhuis) die meerdere malen werden toegepast, hielpen steeds korter.

 

Tijdens deze opname werd duidelijk dat de angst voor nieuwe shocks bij Walter erg groot was geworden. Hij durfde niet meer uit bed te komen. Ook langdurig praten met familie en vrienden durfde hij niet meer, uit angst dat de emoties weer een ritmestoornis met als gevolg een ICD-shock zouden uitlokken. Deze angst werd buitensporig. Walter zei me dat hij het geen enkel probleem zou vinden als hij bij wijze van spreken elke 3e dinsdag van de maand om 15.00 uur een ICD-shock zou krijgen. Daar zou hij zich op in kunnen stellen. Het was juist het onvoorspelbare wat het voor hem zo moeilijk maakte.

 

Hij is bij een psychiater onder behandeling geweest. Deze was huiverig voor het toedienen van medicijnen tegen angst (bepaalde antidepressiva) vanwege de mogelijke effecten op het functioneren van het hart. Er werd gestart met een hoge dosering oxazepam (een rustgevend middel). Aanvankelijk wilde Walter het liefst in het ziekenhuis blijven omdat hij zich daar het meest veilig voelde. Met het oxazepam schema voelde hij zich iets minder angstig en durfde hij de stap aan om naar huis te gaan om te kijken hoe het daar zou gaan.

 

Na totaal 2 weken ziekenhuisopname heb ik hem opgehaald. De autorit van ca. 25 km naast mij naar huis was een enorme opgave voor hem. Hij was opnieuw bang voor ICD-shocks. Ik had gezorgd dat er een bed in de woonkamer beneden stond toen hij thuis kwam. Hij lag zo dat hij uitzicht op de tuin had. Met een kamerscherm kon hij zich wat onttrekken aan het verdere leven in de kamer. De poes vond het heerlijk om bij zijn voeten te liggen.

 

We lieten een sociaal alarm aanleggen zodat bij een druk op de knop een hulpcentrale naar Walter zou bellen en die, bij geen gehoor, een verpleegkundige met een sleutel naar ons huis zou sturen. Zo kon ik af en toe weg voor een boodschapje of wat sporten etc. We schaften een lichtgewicht rolstoel aan. De buren waren een enorme steun voor Walter en mij.

 

Maar het ging maar heel matig. Zelfs even in de tuin zitten durfde Walter niet. Laat staan naar boven gaan om in de slaapkamer bij mij te slapen. Walter durfde ook nauwelijks naar het toilet te lopen. Hij gebruikte een urinaal. Er wilden veel vrienden langskomen. Dat kon maar met mondjesmaat. Ze konden een kwartiertje met Walter praten, meer kon hij emotioneel en fysiek niet meer aan. Ik ging dan met het bezoek elders zitten.

 

Er zat geen verbetering in de situatie en na een nieuwe ICD-shock, een week na thuiskomst uit het ziekenhuis, was Walter weer erg angstig. Toen is via de huisarts de crisisdienst van de RIAGG aan huis gekomen. Dat was erg prettig. Een sociaal psychiatrisch verpleegkundige maakte contact met Walter en organiseerde een huisbezoek van een psychiater. Uiteindelijk werd besloten om toch met antidepressiva te starten. Bij Walter werd gekozen voor het middel citalopram. Dit had als nadeel dat de klachten in het begin erger konden worden. Daarom werd de oxazepam tijdelijk nog iets hoger gedoseerd.

 

Na een week of 4 was er echt verbetering merkbaar! Walter at weer aan tafel en durfde ‘s nachts boven te slapen. Hij ging ook weer boven douchen. We maakten korte wandelingetjes in een bos waarvoor we eerst 5 minuten met de auto moesten rijden. Uiteindelijk durfde hij ongeveer 2 km te lopen, met pauzes op bankjes onderweg.

 

In juni zijn we een week naar een vakantiehuisje in Overijssel gegaan. Het was erg fijn om samen even in een andere omgeving te zijn, ondanks het feit dat Walter nauwelijks buiten het terrein voor het huisje is geweest.

 

Walter ging weer wat lezen en kon langzamerhand meer en langer bezoek ontvangen. Hij raakte geïnteresseerd in omgaan met angst via mindfulness. Dit is een methode waarbij geprobeerd wordt om zoveel mogelijk in het hier en nu te zijn en niet te piekeren over wat geweest is of wat komen gaat. Door dagelijks bepaalde aandachtsoefeningen te doen, ervaren mensen een innerlijke rust en kalmte die kan helpen, bijvoorbeeld bij spanningen of ziekten. Walter begon met de oefeningen die hij op internet vond bij http://www.aandachttraining.info/, ingesproken door Rob Brandsma, de initiatiefnemer van deze site. In het ziekenhuis in onze woonplaats kon hij deelnemen aan wekelijkse groepsbijeenkomsten waarbij de mindfulnessmethode werd gebruikt. Helaas kreeg hij al meteen na de eerste bijeenkomst weer een ICD-shock terwijl hij het ziekenhuis nog niet eens verlaten had.... Maar hij ging door met de wekelijkse bijeenkomsten en genoot ervan, hoeveel energie het hem fysiek ook kostte.

 

De mindfulnessoefeningen hebben Walter veel houvast gegeven. Hij oefende elke dag. We deden dat ook wel samen. De teksten die Walter op zijn I-Pod had staan versterkten we met een luidsprekertje terwijl we naast elkaar op bed lagen. Daarna spraken we vaak over hoe we het hadden ervaren. Dat was erg prettig.

 

Uiteindelijk is Walter op 6 november 2009 overleden. Thuis, in het bed beneden in de kamer. Dat was iets wat hij hoopte: dat hij waardig zou sterven, en niet ergens op de fiets of in een ziekenhuis.

 

Vanaf de dag na de crematie van Walter ben ik zelf begonnen met het vrijwel dagelijks doen van de mindfulnessoefeningen. Ik werd er rustiger door, en kon (soms) beter slapen. Nog steeds probeer ik regelmatig tijd te maken voor de oefeningen.

Walter en ik zijn 29 jaar samen geweest. In zijn laatste levensmaanden speelden bovengenoemde problemen. Ik hoop dat hij ook voor andere ICD-dragers (en hun partners) een voorbeeld kan zijn bij het omgaan met angst.

 

Eventuele reacties: wwoudstra01 AT hetnet DOT nl

Lees meer

Open archief (1 artikel)