Partners

Ruud van de Berg (oktober 2012)

Langzaamaan keert het vertrouwen in de ICD terug

 

In september 2005 kreeg mijn echtgenote op 47-jarige leeftijd een zwaar hartinfarct. Bij de huisarts werd ze opgehaald door een ambulance en met spoed naar het ziekenhuis in Breda gebracht. Daar is ze direct gekatheteriseerd. De oorzaak van dit infarct was een hormoonafwijking in het bloed die klontjes aanmaakte. Gelukkig kon ze na een hartrevalidatieprogramma weer volledig aan het werk.

 

Na ongeveer een half jaar waren er fysieke klachten. Ze was erg snel moe en kon haar dagelijkse bezigheden maar met moeite volbrengen. Na een bezoek aan de cardioloog en enkele onderzoeken bleek er toch weer een vernauwing te zitten. Er werd besloten om een stent te plaatsen. Na een korte ziekenhuisopname en een hartrevalidatie van enkele weken ging het allemaal beter. Toch had ze fysiek wel wat ingeleverd, maar het dagelijkse leven kon ze weer aardig aan.

 

Dat bleef een aantal jaren zo hoewel haar lichamelijke conditie heel geleidelijk aan minder werd. Onderzoeken wezen uit dat er misschien sprake was van een lekkende mitralisklep en de artsen zouden bekijken hoe dat verholpen kon worden. Verder niets verontrustends.

 

Maar op Moederdag 2009 ging het mis. Na een heerlijke zonnige en ontspannen dag met de gebruikelijke visites aan de beide moeders, gingen we rond elf uur naar bed. Binnen een half uur werd ik wakker van het zeer luide gesnurk van mijn vrouw. Ik probeerde om haar daarmee te laten stoppen maar vergeefs. Opeens was ze stil. Ze lag in een ongelukkige houding. Ik deed het licht aan en schrok enorm. Mijn vrouw was helemaal wit weggetrokken en reageerde nergens op. Ik voelde ook geen polsslag meer.

 

Dan gaan de alarmbellen rinkelen. Ik belde 112, opende alvast de deur voor het ambulancepersoneel en begon met reanimeren. Hoe lang ik dat zelf gedaan heb, ben ik kwijt maar voor mijn gevoel was de ambulance er redelijk snel. De ambulancebroeders namen de reanimatie over en dienden met hun AED enkele shocks toe. Na verloop van tijd kwamen ze met mijn vrouw die helemaal ingepakt op de brancard lag, naar beneden. Ik wist niet of het goed of slecht met haar ging. Wel stak een van de ambulanceverpleegkundigen zijn duim omhoog als teken dat ik het goed gedaan had. In het ziekenhuis vertelde men mij dat ze mijn vrouw in slaap hielden en probeerden haar te koelen.Na een gesprek met iemand van de Eerste Hulp mocht ik naar huis gaan. De volgende dag zou ik meer horen.

 

De volgende dag kreeg ik te horen dat het koelen niet gelukt was en dat mijn vrouw op de intensive care afdeling lag. Ze was nog niet bij kennis. Dat was schrikken om je echtgenote zo te zien liggen aan de beademing, infuusslangen, toeters en bellen. Na twee dagen begon ze bij te komen. Dat was voor mij een geweldige opsteker. Ik kreeg het gevoel dat het wel goed zou komen.

 

Het kwam ook goed maar daar was wel een ziekenhuisopname vol testen, onderzoeken en werken aan herstel van acht weken voor nodig. Daarna mocht ze naar huis en wel met een ICD om een tweede hartstilstand te voorkomen. In het ziekenhuis had ze namelijk twee keer last gehad van ventrikelfibrilleren. Één keer was ze zelfs even buiten bewustzijn geweest.

 

De thuiskomst was natuurlijk emotioneel maar tegelijkertijd ook angstig want onbewust denk je: zal het allemaal wel goed gaan. Maar geleidelijk aan viel alles weer op zijn plaats. Jammer genoeg kon mijn vrouw slechts voor 30% terug aan het werk omdat ze fysiek opnieuw veel had ingeleverd. Dat belette ons niet om in 2010 een prachtige rondreis door Thailand te maken omdat we 25 jaar getrouwd waren. Met het inbouwen van voldoende momenten van rust verliep dat prima.

 

De periode van februari tot en met juli 2011 is voor mijn vrouw een verschrikking geweest omdat ze - bij kennis - telkens weer onterechte shocks kreeg ten gevolge van boezemfibrilleren, één keer zelfs zestien achter elkaar. Deze ervaringen gun je niemand, zelfs je grootste vijand niet. Elke keer werd de ICD anders afgesteld en de medicatie aangepast maar aanvankelijk hielp dat niet. Daarom begon de cardioloog te denken aan ablatie. Maar daaraan zijn nadelen verbonden zodat hij toch bleef proberen met aanpassing van de medicatie. Uiteindelijk lukte hem dat.

 

Aanvankelijk verloor mijn vrouw alle vertrouwen in de ICD. Bij elke overslag van het hart raakte ze in paniek en dat heeft wel even geduurd. Het is begrijpelijk dat ze veel tijd nodig gehad heeft om alles te verwerken.Daarbij is zij - en uiteraard ook ik - op een fantastische manier geholpen door de ICD-verpleegkundigen, de ICD-technici en hartritmecardioloog dr. Alings van het Amphia Ziekenhuis.

 

Inmiddels zijn we twee jaar verder. Door het volgen van een cursus hartrevalidatie en gesprekken met een psychologe is mijn vrouw zover dat ze zich weer durft in te spannen. De shocks zijn gelukkig verder uitgebleven en daardoor keert het vertrouwen in de ICD langzamerhand terug. Volledig is dat nog niet maar dat is waarschijnlijk een kwestie van tijd.

 

Samen proberen we opnieuw iets van ons leven te maken. Wij trekken er met de caravan op uit en genieten lekker ontspannen in de natuur. Wij hebben ons sociale leven weer opgepakt en doen ons best om met een positieve instelling de toekomst in te gaan.

 

Graag zouden wij in contact komen met lotgenoten die ook onterechte shocks hebben gekregen om te horen hoe zij dit verwerkt hebben. Ons e-mailadres is: ruudvdberg AT casema DOT nl

 

Lees meer

Open archief (1 artikel)