Op deze pagina
Let op, dit artikel is langer dan 7 jaar geleden gepubliceerd. Informatie op deze pagina kan mogelijk achterhaald zijn.

S-ICD niet meer weg te denken (oktober 2016)

tekst en beeld: Rob de Melker, manager S-ICD Business Development bij Boston Scientific Nederland

De subcutane of onderhuidse ICD, de S-ICD, heeft als voordeel dat er geen draden het hart in gaan. De ontwikkeling van dit systeem, dat zo’n zes jaar oud is, staat niet stil. Inmiddels zijn de tweede en derde generatie op de markt.

Het concept van de subcutane ICD (S-ICD) bevond zich bij het verschijnen van het eerste artikel hierover in STIN journaal in 2010 nog in een soort test- of liever bewijsfase. Tegenwoordig is de S-ICD niet meer weg te denken uit de dagelijkse praktijk en wordt deze technologie over de hele wereld waar mogelijk en in toenemende mate toegepast. Nederlandse cardiologen hebben een belangrijke bijdrage geleverd – en leveren deze nog steeds – aan de ontwikkeling van deze therapie.

De S-ICD heeft de afgelopen vier jaar meerdere prijzen van belangrijke organisaties ontvangen voor het meest innovatieve product. De S-ICD is niet alleen door de Amerikaanse overheidsinstantie Food and Drug Administration (FDA) goedgekeurd, maar werd ook in de richtlijnen van de Europese Cardiologie Gemeenschap (ESC Guidelines) opgenomen.

ICD-indicatie

In tegenstelling tot de traditionele ICD’s hoeft er bij de S-ICD geen draad meer in de bloedvaten en het hart geplaatst te worden. Het voordeel hiervan is dat mogelijke complicaties op korte en lange termijn die kunnen ontstaan door de draad in het hart, voorkomen kunnen worden. Deze ontwikkeling is niet alleen van belang voor toekomstige ICD-dragers, maar ook voor huidige dragers. De realiteit laat ons zien dat draden in het hart een zware belasting ondergaan, wat er soms toe leidt dat een extra ingreep noodzakelijk is. Zo’n ingreep draagt dan weer een extra complicatierisico met zich mee. Indien mogelijk kan het plaatsen van een S-ICD een goed alternatief zijn. Ook ICD-dragers bij wie een infectie optreedt en bij wie de aanwezigheid van bacteriën in de bloedbaan aangetoond kan worden, lijken volgens studieresultaten met een S-ICD beter af te zijn.

Momenteel is de S-ICD nog niet geschikt voor iedereen die een ICD-indicatie heeft. In de eerste plaats dient het hartfilmpje (ECG) vooralsnog aan bepaalde criteria te voldoen. Een andere belangrijke reden is het feit dat de S-ICD niet als pacemaker kan functioneren bij een te traag hartritme. Een pacemakerindicatie maakt het vooralsnog noodzakelijk om te kiezen voor een ICD met een draad in het hart. Uit studies blijkt echter dat een pacemakerindicatie slechts bij 6 procent van de ICD-populatie aan de orde is. Ook de werkelijke waarde van een pacemakerfunctie bij behandeling van snelle kamerritmestoornissen, ook wel antitachycardie pacing (ATP) genoemd, staat de laatste tijd ter discussie en lijkt voor veel minder mensen van echte waarde en vaker onnodig en/of overbodig te zijn dan voorheen aangenomen. Dit alles in acht nemend is geschat dat bij 80 procent van de mensen met een ICD-indicatie een S-ICD overwogen kan worden. De afweging van voor- en nadelen en complicatierisico ligt natuurlijk in de handen van het medisch team, dat de patiënt duidelijk kan maken waarom er voor het ene of het andere systeem wordt gekozen.

Tweede en derde generatie

Bij het op de markt brengen van een dergelijk innovatief systeem blijft het natuurlijk niet. Boston Scientific investeert veel in nieuwe producten en de verdere ontwikkeling ervan. Zo zijn in mei 2015 en in juni 2016 een tweede en derde generatie S-ICD’s op de markt gebracht, genaamd Emblem S-ICD en Emblem MRI S-ICD. Vergeleken met de eerste generatie (producent Cameron Health) zijn belangrijke punten aangepakt, zoals de levensduur, vorm en grootte en het beschikbaar maken van de mogelijkheid om de gegevens uit de S-ICD naar het ziekenhuis te verzenden door middel van een thuis geïnstalleerd kastje, genaamd Latitude.

De derde generatie S-ICD’s is uitgerust met de mogelijkheid om het ontstaan van atrium- of boezemfibrilleren vroegtijdig vast te leggen, wat voor de drager en zijn behandelaar belangrijke informatie kan opleveren. Door een software-update is het voor dragers van een S-ICD van de tweede en derde generatie tevens mogelijk om een MRI-onderzoek te ondergaan. Met dezelfde software-update is het unieke ritmeherkennings- en ritmebeoordelingsprogramma van de S-ICD geoptimaliseerd en lijkt de weg ingeslagen voor toepassing bij mensen met een nu nog ongeschikt hartfilmpje.

Ook voor de relatief kleine groep ICD-dragers bij wie een pacemakerfunctie noodzakelijk is, ontwikkelt Boston Scientific verder aan de S-ICD, zodat ook voor hen een systeem zonder draad in het hart werkelijkheid kan worden. Hiervoor is samen met Nederlandse artsen en onderzoekers een pacemaker zonder draad ontwikkeld, die lokaal in het hart geplaatst kan worden. Zo’n draadloze pacemaker is niet nieuw; deze is al enige tijd door twee firma’s op de markt gebracht. Het grote verschil is dat de draadloze pacemaker van Boston Scientific tevens opdrachten van een Emblem S-ICD kan ontvangen en uitvoeren; een draadloze samenwerking dus van een pacemaker en een defibrillator, die als losse modules geplaatst kunnen worden waar en wanneer dat nodig mocht blijken. Deze mogelijkheid om apparaten draadloos met elkaar te laten communiceren heeft veel voordelen. Alle S-ICD’s van de Emblem-generaties zijn voor deze mogelijkheid geschikt gemaakt.

Meer informatie: www.s-icd.nl

Artikelen: