Nieuws

Rijden met een steunhart kan

21 juli 2015

Mensen met een steunhart kunnen onder voorwaarden verantwoord rijden. De
implantatie moet minstens twee maanden achter de rug zijn en geen complicaties
hebben opgeleverd. De rijbevoegdheid dient vastgesteld te worden door een
cardioloog, moet na twee jaar opnieuw beoordeeld worden en mag in principe alleen
privé worden aangewend. Deze bepalingen zouden moeten worden opgenomen in de
Regeling Eisen Geschiktheid 2000, zo adviseert de Gezondheidsraad de minister van
Infrastructuur en Milieu.

Per jaar krijgen ongeveer 75 mensen in Nederland die lijden aan chronisch hartfalen
een steunhart (ventricular assist device of VAD). Een steunhart is een mechanische
pomp die de pompfunctie van een hartkamer kan overnemen. Het wordt geplaatst in
afwachting van een harttransplantatie of als alternatief daarvoor.

Nederland heeft op dit moment wel algemene regelgeving voor rijgeschiktheid bij
hartaandoeningen, maar niet specifiek voor rijden met een steunhart. Het hoofdstuk in
de Regeling Eisen Geschiktheid 2000 dat over rijden met hartklachten gaat, is al
geruime tijd niet aangepast. De wetenschappelijke inzichten en de
behandelingsmogelijkheden zijn juist wel aanmerkelijk veranderd, en daarom is
herziening van de regeling nodig.

Het zojuist uitgebrachte briefadvies van de Gezondheidsraad over rijden met een
steunhart krijgt nog een vervolg met een advies over de rijgeschiktheid van mensen met
andere hartaandoeningen.

Het briefadvies Rijgeschiktheid bij gebruik steunhart (nr. 2015/21) is te downloaden
van www.gr.nl. Nadere inhoudelijke inlichtingen verstrekt Eert Schoten, tel. 06 46 23
69 98, e-mail: ej.schoten@gr.nl.

Terug naar overzicht