Technische informatie

Honden met pacemakers (januari 2017)

tekst en beeld: dr. Viktor Szatmári

 

Ook honden kunnen in aanmerking komen voor een pacemakerimplantatie. Specialist dr. Viktor Szatmári legt uit hoe (tweedehands) pacemakers hondenlevens kunnen redden. Door een gebruikte pacemaker en een nieuwe elektrode te schenken kunt u hond en baas heel gelukkig maken.

 

Net zoals bij humane geneeskunde kent de diergeneeskunde gediplomeerde specialisten van alle disciplines, zoals een internist, chirurg, radioloog, anesthesist, oncoloog en zelfs cardioloog. Sommige disciplines richten zich op alleen één diersoort, bijvoorbeeld een internist voor paarden of gezelschapsdieren (bijvoorbeeld honden en katten), maar een aantal disciplines, zoals oogartsen en dermatologen, behandelen alle diersoorten. Specialisten werken ofwel alleen of in specialistencentra. De Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren (UKG) in Utrecht is het grootste dierenspecialistencentrum in Nederland. De UKG is met een sloot gescheiden van het UMC Utrecht. De UKG is het enige academische dierenziekenhuis in Nederland. Er worden niet alleen dierenartsen en -specialisten opgeleid, maar hiernaartoe worden ook dieren met complexe problemen verwezen door dierenartsen uit heel Nederland en zelfs uit het buitenland.

 

Gebruikte pacemakers

Hoe komen we erachter dat een hond een pacemaker nodig heeft? Dit is gebaseerd op de problemen die de eigenaar opmerkt en de afwijkingen die de dierenarts waarneemt. Pacemakers zijn in het algemeen nodig bij honden die een te langzame hartslag hebben, die met inspanning niet omhooggaat. Honden hebben vergelijkbare hartziektes als mensen, waardoor ze een trage hartslag kunnen krijgen. De meest voorkomende aandoeningen zijn een compleet hartblok (oftewel derdegraads atrioventriculair blok: een storing in de prikkelgeleiding in het hart) en sick-sinussyndroom (de sinusknoop, die het hartritme regelt, werkt niet goed). Door de trage hartslag treden bij deze honden verminderd uithoudingsvermogen en vooral bij inspanning flauwtes op. Als de trage hartslag langdurend aanwezig is, kan zich ook hartfalen ontwikkelen, met alle gevolgen daarvan, zoals vochtophoping in de buik en soms ook in de longen. Om deze hartritmestoornissen te kunnen onderscheiden van andere trage hartritmes (die geen pacemakerimplantatie nodig hebben), wordt een elektrocardiogram (ECG of hartfilmpje) gemaakt. Dit kan bij de meeste dierenartspraktijken plaatsvinden, maar honden worden hiervoor ook regelmatig naar de UKG verwezen.

Na het vaststellen van de indicatie voor een pacemaker voert de cardioloog nog een echocardiogram uit om erachter te komen hoe de pompfunctie van het hart is en of een oorzaak voor het hartblok te vinden is (bijvoorbeeld tekenen van ontsteking). Als alles in orde wordt gevonden, gaat de eigenaar besluiten of hij een pacemakerimplantatie wil. De belangrijkste overweging hierbij is de prijs. Helaas zijn de meeste honden in Nederland niet verzekerd, zodat de eigenaar alle kosten zelf moet betalen. En dat kan een vakantie kosten.

De enige manier waarop dierenartscardiologen pacemakerimplantatie financieel gezien kunnen realiseren is door gedoneerde pacemakers te hergebruiken. Wel moeten de kosten van de nieuwe elektrode en de operatiekosten volledig betaald worden. Gelukkig krijgen we regelmatig van verschillende partijen gebruikte pacemakers, die wegens diverse redenen uit mensen werden gehaald (bijvoorbeeld infectie of overlijden). Als de levensverwachting van de batterij redelijk is (een aantal jaren), wordt de pacemaker gesteriliseerd en opnieuw ingesteld. Afhankelijk van de leeftijd van de hond gaan we dan in het assortiment een passende pacemaker uitzoeken. Jongere honden krijgen pacemakers met langere levensduur om de kans voor pacemakervervanging vanwege lege batterij zo klein mogelijk te houden.

 

Eén elektrode

Pacemakerimplantatie gebeurt bij honden onder algehele anesthesie. Om dit zo veilig mogelijk te kunnen uitvoeren zetten we bij een nog niet weggemaakte hond eerst altijd een tijdelijke pacemaker (via een bloedvat van een achterpoot), zodat de hartfrequentie hoog en stabiel genoeg wordt en de narcose soepel kan verlopen. Een tijdelijke pacemaker wordt ook geplaatst als een dier met spoed in het weekend of ‘s nachts wordt binnengebracht met een levensbedreigende trage hartslag, totdat hij een permanente pacemaker kan krijgen. Gezonde honden hebben een hartfrequentie van ongeveer 60-120/min. Honden met een derdegraads AV-blok kunnen een hartslag van 20-60/min hebben. Als de hartslag onder 30/min is, wordt dit als een spoedgeval beschouwd.

Zowel de tijdelijke als later de permanente pacemakerelektrode wordt onder röntgendoorlichting geplaatst. De elektrode wordt via een ader van de hals binnengeschoven. De pacemaker wordt vervolgens op de borstwand geplaatst. Om de procedure zo kort mogelijk en betaalbaar te houden implanteren we alleen maar één elektrode in de rechterkamer. Onderzoek heeft laten zien dat eigenaren geen verschil merken of het hart met twee elektroden (boezem en kamer) of met één elektrode (kamer) wordt gepaced. Metingen met biomarkers uit bloedmonsters van honden met pacemakers laten ook geen verschil zien. Het implanteren van één elektrode geeft minder kans op complicaties. De operatie duurt ongeveer twee uur. Wanneer de hond wakker is, kan hij enkele uren na de operatie naar huis.

Helaas komen bij honden ook complicaties voor. De meest voorkomende is het losraken van de elektrode in het hart. Meestal gebeurt dit binnen enkele uren na de implantatie. De enige oplossing is dan alles opnieuw te doen en de elektrode met een tweede operatie terug te plaatsen.

Als alles goed is gegaan adviseren we om één maand na de implantatie de eerste controle te laten plaatsvinden en daarna jaarlijks om te kijken of de pacemakerparameters aangepast moeten worden en te kijken hoeveel tijd de batterij nog mee kan. Dit doen we met een pacemakerprogrammer op de polikliniek Cardiologie & Pulmonologie. Vervanging van de pacemaker voordat de batterij leeg is, is van groot belang. Honden kunnen dan normaal functioneren.

 

Andere dieren

Krijgen andere diersoorten ook pacemakers? Eigenlijk niet. Katten hebben zeer zelden een pacemaker nodig: in Nederland hebben we er nog geen een hoeven plaatsen. Katten hebben vergelijkbare hartziektes als honden, maar de hartfrequentie blijft toch hoger, waardoor ze er minder last van krijgen. Bovendien liggen de meeste katten twintig uur per dag te slapen, waarvoor een tragere hartslag ook goed genoeg is. Wel hebben we een keer bij een fret een pacemaker moeten plaatsen.

Worden bij honden ook ICD’s geplaatst? Technisch gezien zou het wel kunnen en er zijn honden die er zeker baat bij zouden hebben. Een elektrische shock geeft echter onverwacht zo veel pijn dat het heel lastig is om ethisch te verantwoorden dat dit voor een hond een goede oplossing is om plotselinge sterfte te voorkomen.

 

 

 

Lees meer

Open archief (14 artikelen)