Dragers

Wilco Zwiersen (juli 2016)

Ik weet nu al te goed waarvoor ik leef

Op de eerste tocht op z’n nieuwe racefiets werd Wilco Zwiersen geconfronteerd met een hartritmestoornis. In het ziekenhuis kreeg hij door het roesje niets mee van het gevecht om zijn leven, zijn vrouw Wendy des te meer. Inmiddels genieten ze in rustiger vaarwater weer volop van het leven.

 

Mijn naam is Wilco Zwiersen, ik ben geboren op 11 januari 1969. Ik ben hertrouwd met Wendy en heb twee kinderen uit mijn eerste huwelijk; Wendy heeft twee kinderen uit haar eerste huwelijk. Samen hebben we geen kinderen. We wonen in Zeddam, in de mooie Achterhoek. Ik ben op dit moment werkzaam als calculator/werkvoorbereider bij een wegenbouwbedrijf bij mij in de buurt.

In januari 2009 volgde ik een cursus waarvoor een medisch onderzoek was vereist, waaronder het maken van een hartfilmpje. Op dat filmpje zag de controlerend arts een tussenklopje en hij stuurde mij door naar het Radboudumc in Nijmegen. Daar maakten ze een echo van mijn hart. Hieruit werd geconcludeerd dat ik een keer een hartinfarct gehad zou hebben. Ik kon dat direct herleiden naar 1992, tijdens een volleybalwedstrijd. In de punt van mijn hart zit een fors litteken dat hierop wijst. Ik heb destijds in 1992 drie artsen gezien; volgens alle drie zou ik last hebben gehad van hyperventilatie. Na enkele weken was ik alweer aan het werk en heb ik niet kunnen revalideren zoals zou moeten. Ik was toen 23.

 

ICD na fietstocht

Op 3 september 2014 hebben ze in ziekenhuis Rijnstate in Arnhem een ICD aangebracht. Waarom? Ik had op 23 augustus een hartritmestoornis gehad. Samen met mijn broer ging ik een eindje fietsen op de nieuwe racefiets die ik net die morgen had opgehaald. Halverwege, na een kleine pauze omdat we moesten schuilen voor een hevige regenbui, sloeg mijn hart op hol. Ik kreeg het niet meer voor elkaar om ook nog maar een paar meter te fietsen of de ene voet voor de andere te zetten. Ik heb mij uiteindelijk door Wendy laten ophalen en gaf aan gelijk naar het ziekenhuis te willen; ik was in een lichte paniek.

Aangekomen in het ziekenhuis Rijnstate in Zevenaar had men niet gelijk door hoe ernstig mijn situatie was. Ik moest maar even gaan zitten, dan zou er zo een arts komen. Totdat ik aangaf dat ik moest overgeven, terwijl Wendy al had gezegd dat ik hartpatiënt was. Toen ging alles in een stroomversnelling. Ik werd in een rolstoel naar de tweede verdieping gebracht, want ik had niet meer de kracht om op een bed te klimmen. Ik kwam aan op een afdeling waar verder helemaal niemand lag. Een van de artsen vroeg mij allerlei dingen en vertelde mij dat ik een roesje zou krijgen en even in slaap werd gebracht.

Wat er gebeurd is tijdens dit roesje kreeg ik allemaal niet mee en heb ik allemaal achteraf van Wendy gehoord. Zij was in een kamer gezet waar alle hartmonitoren stonden en kon mij net vanaf mijn middel tot aan mijn benen zien liggen. Op een van de monitoren kon Wendy mijn hartritme zien. Mijn hart sloeg nog steeds als een gek: 200 slagen per minuut. De artsen dienden met een defibrillator een shock toe, waardoor mijn hart naar 300 slagen per minuut vloog. Wendy zag mijn lichaam van het bed af komen. Kort daarna gaven ze me een tweede shock, waarop de monitor helemaal geen ritme meer aangaf. Twee artsen sprongen op mijn bed naast mij en begonnen me te reanimeren, vijf minuten lang. Het hart kreeg weer een ritme. Daarna werd ik uit mijn roesje gehaald. Ik voelde me raar genoeg weer goed, maar was wel moe, een beetje rozig. Daarna werd ik in een ambulance naar ziekenhuis Rijnstate, locatie Arnhem, gebracht.

In de dertien dagen daarna kreeg ik alle onderzoeken die er waren. Tegen één onderzoek keek ik enorm op: het EFO, het elektrofysiologisch onderzoek, waarbij ze kunstmatig met stroom hartritmestoornissen opwekken. De cardiologen hadden overleg met het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Er waren meerdere mogelijkheden om mij te helpen en voor een van die mogelijkheden zou ik naar Nieuwegein moeten. Uiteindelijk was de enige optie het implanteren van een ICD. Ik voelde me opgelucht: er was iets dat mij kon helpen en ik kon snel weer naar huis. Niet dat ik het slecht had, want iedereen in Rijnstate was begaan met me en erg vriendelijk en behulpzaam.

 

Vertrouwen krijgen

Na de implantatie mocht ik al snel weer naar huis. De dag dat ik Rijnstate uitliep was ik angstig. Je verlaat je veilige omgeving en moet gelijk weer vertrouwen zien te krijgen in je lichaam… en in de technologie. Het is vreemd om zo’n stuk technologie in je lijf te hebben. Je moet nog rustig aan doen, bent gauw moe en houdt je lijf in de gaten of je niks raars voelt. Je let op alles. Maar gedurende het herstel van mijn conditie, tijdens de revalidatie, kwam het vertrouwen langzaam maar gestaag terug.

Tot op de dag van vandaag houd ik mijn lijf in de gaten. Is er niks raars, slaat mijn hart sneller? Niet alleen het hartinfarct heeft bij mij een litteken op mijn hart achtergelaten. Ook de hartritmestoornis heeft een litteken achtergelaten… op mijn ziel, iets wat je niet ziet. Tijdens de revalidatie heb ik psychische bijstand gehad, waarbij ik mijn angst kon laten zien en kon praten over wat mij en Wendy was overkomen. Ook Wendy had het erg moeilijk met wat zij had gezien. We denken er allebei aan terug, ook aan het geluk dat ons nog is gegund.

Wendy heeft altijd en overal voor me klaargestaan. Ze heeft me zelfs met de auto naar mijn klanten gereden, want ik was in maart vóór de hartstilstand voor mezelf begonnen als zzp’er. Helaas moest ik dit avontuur beëindigen, want ik werd nergens geaccepteerd voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering.

 

Koninkrijk

Vandaag de dag weet ik maar al te goed waarom en waarvoor ik nog leef. Ik ben koning in mijn koninkrijk, ik heb een superlieve vrouw en superlieve kinderen en stiefkinderen, ik heb een geweldige broer en een lieve en leuke schoonzus. Ik heb op dit moment een leuke afwisselende baan waar ik elke dag met plezier heen rijd en weer met een goed gevoel naar huis terug. Ik heb een te gekke familie en leuke vrienden. Dat alles wil ik nog niet missen en ik weet dat ook zij mij niet kunnen missen, dus ik moet er voor hen zijn. Ik heb op dit moment een goed leven, ik geniet van alle dingen om me heen.

Lees meer

Open archief (26 artikelen)