Dragers

Esther Kwakernaak- Buijs (januari 2011)

Je mag fier op jezelf zijn! En dat ben ik ook, meer dan ooit zelfs.

Waarom ik een stukje wil schrijven voor in dit blad? Omdat ik er zo megatrots op ben dat ik, na een totale uitschakeling van mijn lijf, nu o.a. weer 5 km kan hardlopen en ik me beter voel dan ooit. Maar goed, laat ik me eerst even voorstellen. Ik heet Esther, ik ben een paar maanden geleden 40 geworden en ik woon in Bergen op Zoom samen met mijn man André en onze 3 schatten, Gijs van 11, Teun van 9 en Pien van 6. Samen hebben we, zowel een heftig als bijzonder jaar achter de rug.

 

Nu, bijna anderhalf jaar geleden, kwam ik namelijk ineens in het ziekenhuis terecht. In de nacht van 22 op 23 september 2009 ben ik 's nachts, tijdens een gesprekje met Pien die wakker was geworden en naar onze kamer was gekomen, weggevallen. Nog steeds denk ik: "Jeetje, wat een geluk dat André hier wakker van werd en dat hij merkte dat er iets niet klopte". Ik maakte namelijk snurkgeluiden en in eerste instantie dacht hij aan een vorm van apneu, maar toen mijn lippen blauw werden en ik op geen enkele prikkel (groot licht aan, knijpen, roepen) reageerde, heeft hij 112 gebeld en is hij gaan reanimeren. Zo knap, zo ontzettend knap dat hij dat op dat moment heeft kunnen doen. We beseffen heel goed dat het ook absoluut anders had kunnen lopen.

 

Gelukkig waren de ambulancebroeders snel ter plekke en hebben ze André verder kunnen helpen. Er was sprake van een kamerfibrillatie. Mijn hart klopte zo snel dat het niet meer in staat was bloed  rond te pompen. Een soort van hartstilstand. Met een uitwendige defibrillator hebben ze ervoor kunnen zorgen dat mijn hart weer rustiger/regelmatiger ging kloppen, maar ik kwam niet bij kennis. In de ambulance namen ze me mee naar het ziekenhuis in Bergen op Zoom maar toen daar niet voldoende ruimte bleek te zijn op de intensive care werd ik opgehaald door een ambulance uit Antwerpen die me overbracht naar het Universiteitsziekenhuis (UZA) aldaar.

 

In het UZA heb ik de eerste dagen op de intensieve zorg gelegen zoals men dat in Vlaanderen noemt. Daar werd ik gekoeld, onderzocht, binnenste buiten gekeerd, door de scans gehaald en na een spannende tijd (voor mijn gezin, mijn ouders, familie, vrienden, buren, collega's) kwam ik na bijna 2 dagen bij. Een nicht van me, die me als een van de eersten wakker zag, zei daarna: "Die blik in je ogen zal ik nooit vergeten, blij en ook zo bang, zo verward". Toch bleef het voor hen nog steeds spannend. Ja, ik was wel bij kennis maar verder? In hoeverre was er iets beschadigd?

 

Ik snapte er helemaal niets van, begreep totaal niet wat er was gebeurd. Ik had alleen heel veel pijn op mijn borst (veroorzaakt door een paar gekneusde en gebroken ribben ten gevolge van de reanimatie). Ik heb zelfs nog geprobeerd uit bed te stappen en naar huis te gaan. Dat ging natuurlijk niet. Ook herinneringen van een week daarvoor waren weg. Zo vreemd. Hetgeen er werd verteld bleef ook niet hangen. André zei dat ik het na een paar minuutjes weer vroeg nadat hij net had uitgelegd wat er was gebeurd. Hij vertelde dat hij me dan maar de  Jeugdjournaalversie' vertelde: ik wist het daarna toch al niet meer. We hebben er in het ziekenhuis ook wel lol om gehad. Vrienden of collega's die langskwamen zeiden dan: "Je was zo blij ons te zien. Om de paar minuten zei je: wat leuk dat jullie er zijn". Vreemd was het allemaal wel en voor het thuisfront een pittige tijd. Voor André, de kinderen, mijn ouders, noem maar op.

 

Hulp was er volop, André z'n broer, die traumapsycholoog is, is de eerste week bij ons in huis geweest. Meditatieoefeningen en hardlopen zorgden ervoor dat André op de been bleef en via sms iedereen om hem heen kon blijven informeren en ervoor kon zorgen dat het gezin, met behulp van ouders en schoonouders, draaiende bleef. Ook kreeg André al in een van de eerste dagen van een overbuurvrouw, die ICD-verpleegkundige is, informatie over de mogelijke plaatsing van een ICD. Pien heeft het er nog wel over dat ze het niet leuk vond dat er aan tafel niemand naast haar zat (dat was namelijk mijn plekje).

 

Met mijn geheugen is het gelukkig daarna beetje bij beetje steeds beter gegaan. Zelfs stukjes van de week van voordat ik in het ziekenhuis terecht kwam, weet ik weer. Een paar maanden geleden heb ik nog wel een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek gehad om na te gaan of er toch geen sprake was van een eventuele hersenbeschadiging. Gelukkig niet. Sinds kort ben ik dan ook voor 100 % goedgekeurd en sta ik weer als kleuterjuf voor de klas.

 

Ik ben blij met de manier waarop ik weer terug naar school toe kon, stapje voor stapje en in goed overleg met bedrijfsarts, de directie en de collega's. Ook ben ik blij dat ik gebruik heb gemaakt van de hartrevalidatie in ziekenhuis Lievensberg in Bergen op Zoom. Daar heb ik fysiotherapie gehad; in mijn geval fietsen omdat ik rekening moest houden met hechting van de draden van de ICD en mijn arm niet volledig mocht gebruiken. Ook de ergotherapie en de gesprekken die André en ik hebben gehad met de medisch maatschappelijk werkster waren erg prettig.

 

Tweeënhalve week heb ik in het UZA gelegen. Uit alle onderzoeken is alleen naar voren gekomen dat er bij mij sprake is van een verlengd QT-syndroom. Ook onze kinderen, mijn ouders en mijn 2 broers zijn gecheckt aangezien zo'n verlengd QT-syndroom erfelijk kan zijn. Om herhaling van dit hele gebeuren te voorkomen hebben ze in het UZA een ICD bij mij geplaatst.

 

Nu ik bijna anderhalf jaar verder ben, denk ik: "Oké, als dat het is, 2 keer per jaar naar de cardioloog om mijn ICD te checken en verder doen wat ik wil, geweldig!" Mensen vragen wel eens of ik bang ben. Natuurlijk hoop ik dat dit nooit meer gebeurt en mocht het toch gebeuren dan ben ik beschermd. Maar bang? Nee, ik ben zelfs, toen ik nog maar 3 weken thuis was uit het ziekenhuis, alleen met het vliegtuig naar Zürich gevlogen waar een surpriseparty was voor een van mijn beste vriendinnen. Dat was geweldig! Bij de poortjes moet je aangeven dat je ICD-drager bent. En mede dankzij een uitdraai van de STIN-site van "hoe en wat op een luchthaven" ging het super!

 

Nu voel ik pas  een beetje' wat de mensen om me heen hebben gevoeld. Dit omdat de dagen, waarop het  een jaar geleden was', voor velen om me heen een emotionele periode waren. Ik, nee wij, hebben zo'n geluk gehad. Wat een wereld die voor me is opengegaan! Zo tof, ik mag genieten van alles en iedereen om me heen.

 

Al eerder, eind mei 2009 ben ik gestart met 3 keer in de week hardlopen met het eerder genoemde resultaat. Tussendoor hebben André en ik ook nog het 112-gesprek van die nacht samen beluisterd bij de meldkamer in Tilburg. Dit omdat wij, wat de beleving rond het hele gebeuren betreft, zo uit elkaar lagen, hij zo intensief en ik niets. Het was erg goed voor de verwerking dat we dit samen hebben kunnen beluisteren.

Met de kinderen praten we er nog veel over, ook voor hen is het heftig geweest. Het is ook niet niks, Pien was erbij toen ik wegviel. Ze heeft gezien dat André mij reanimeerde en Teun en zij waren er bij toen de ambulancebroeders me meenamen. Gijs heeft dat juist niet meegemaakt, hij sliep en vindt dat juist moeilijk. We zijn zo blij dat we samen verder mogen na zo'n heftig en ja, toch ook zo bijzonder jaar.

 

Op het feest van mijn 40ste verjaardag - mijn 39e verjaardag hebben we vorig jaar in het ziekenhuis gevierd - werd dan ook niet alleen mijn verjaardag gevierd maar tevens die van "het leven". Mijn mooiste cadeau? Dat ik mijn verjaardag kon vieren met al degenen die ik lief heb. Geniet! Het leven is zo prachtig!

Lees meer

Open archief (26 artikelen)