Medische verhalen

Erfelijkheidsonderzoek naar oorzaak van plotse hartdood (juli 2009)

Nynke Hofman, genetisch consulent en Arthur A.M. Wilde, cardioloog, Afdeling Cardiogenetica, AMC, Amsterdam

Plotse hartdood is vaak het gevolg van een levensbedreigende hartritmestoornis. Wanneer plotse hartdood familiair en/of op jonge leeftijd plaatsvindt, is er vaak sprake van een erfelijke hartziekte.

 

Op de polikliniek Cardiogenetica van het AMC in Amsterdam zien wij families met bekende en onbekende erfelijke hartziektes. De familie Rietveld waarmee u in dit nummer van het ICD-Journaal kennis maakt, is één van de families waarin, tot voor kort bij meerdere personen, onbegrepen, plotseling overlijden op jonge leeftijd voorkwam. Deze personen overlijden aan plotseling kamerfibrilleren (ventrikelfibrilleren of VF) zonder dat er sprake is van een structurele afwijking aan de hartspier. Een aantal families met ditzelfde probleem die uit dezelfde regio van het land komen hebben we met elkaar in verband gebracht. Daarna werd gestart met stamboomonderzoek (genealogie). Hieruit bleek dat zij een gemeenschappelijke voorouder hadden in de 18e eeuw.

 

Op basis hiervan werd gedacht aan een gemeenschappelijk genetisch defect dat verantwoordelijk was voor het onbegrepen optreden van VF. Een analyse van al het erfelijk materiaal op DNA-niveau liet zien dat er een groot stuk DNA op chromosoom 7, een zogeheten haplotype, werd gedeeld door alle aangedane personen uit deze families. Hierdoor is het waarschijnlijk geworden dat het ziektemakend gen op dit stukje chromosoom ligt.

 

Vervolgens werden andere families die we in het verleden hebben gezien op de polikliniek, maar bij wie  geen oorzaak was gevonden voor het optreden van de plotse hartdood in de familie, eveneens nagekeken op ditzelfde haplotype. In totaal zijn er nu bij ons tien families bekend, waarbij dit haplotype het overlijden van jonge mensen verklaart.

 

Voor alle betrokken families is dit een bevinding met een enorme impact. Enerzijds is er opluchting omdat er nu, in sommige families na bijna tien jaar, eindelijk een verklaring gevonden is voor het optreden van de plotse hartdood. Tegelijk is er ook angst bij de ‘gezonde' familieleden. Zij kunnen zich nu laten testen op dragerschap van dit risicohaplotype, net als Irene, Marjolein, Renske en Marcella Rietveld hebben gedaan. Stel dat ze drager zijn? Wat dan? Wat voor gevolgen heeft dit allemaal? En wat betekent dat weer voor de kinderen? En hoe groot is de kans dat er bij dragerschap echt een hartritmestoornis volgt? Hoe zit het met het afsluiten van verzekeringen? En studies? En werk? Willen ze dit eigenlijk wel weten?

 

Het afgelopen jaar hebben we met het Cardiogenetica-team tientallen personen uit deze families gesproken op de polikliniek. Bijna iedereen die een afspraak maakte, heeft zich ook laten testen op dragerschap. Aangezien we tot op heden geen duidelijkheid hebben over het mechanisme van de hartritmestoornis (waarom ontstaat deze op basis van dragerschap van het haplotype, wat gebeurt er dan precies in het hart?) is het nog niet mogelijk om hier gericht tegen te (be)handelen. Ook is niet aan te geven waarom de ene persoon wel VF krijgt bij dragerschap en de ander niet. Feit is echter dat bijna 50% van de mannen en ongeveer 40% van de vrouwen VF krijgt tussen het 20ste en het 50-55ste levensjaar.

 

Om de dragers hier tegen te beschermen krijgen zij een ICD aangeboden. Preventief, vòòrdat zij ooit een hartritmestoornis hebben gehad. Tijdens de over het algemeen uitgebreide gesprekken op de polikliniek worden dan de vragen naar beste weten beantwoord en doorgenomen.




Registratie van een VF die zich heeft voorgedaan bij een van de familieleden (klik op plaatje voor vergroting)





Het dubbele gevoel (stress rondom de testuitslag en eventuele ICD-implantatie), maar ook opluchting omdat er enige vorm van bescherming tegen VF wordt geboden blijft waarschijnlijk in deze families bestaan. Omdat er hier sprake is van een zogenaamde autosomaal dominante overerving bestaat immers een kans van 50% dat een kind (zowel jongen als meisje) van een drager ook weer drager zal zijn. Het testen van dragerschap wordt aangeboden vanaf 15-jarige leeftijd. Het implanteren van een ICD in principe vanaf 20 jaar.


De eerste publicatie over de bevindingen bij deze families is recent verschenen in het wetenschappelijke tijdschrift: American Journal of Human Genetics. Hiermee is het onderzoek natuurlijk pas begonnen. Samen met alle betrokkenen hopen wij dat er snel meer duidelijk wordt over de precieze oorzaak van het optreden van VF in deze families. Mogelijk is er dan op langere termijn ook een gerichtere behandeling mogelijk, waarbij VF niet alleen verholpen kan worden met een ICD, maar bij voorkeur uiteraard ook voorkòmen wordt.


Voor meer informatie over dit onderwerp, de betreffende publicatie of voor algemeen Cardiogenetische informatie kunt u terecht op onze website: http://www.cardiogenetica.nl/


Lees meer

Open archief (52 artikelen)